Dubbel- en enkelhuis van respectievelijk drie en twee traveeën en twee bouwlagen onder geknikt zadeldak (mechanische pannen), van 1931 naar ontwerp van architect D. Giraldo (Brugge). Mengvorm van zeker "ruimer" regionalisme en afgezwakt modernisme in materiaalgebruik en vormgeving aansluitend bij Nederlandse en Noordduitse tuinwijken. Grijsbruine baksteenbouw boven een plint van gesinterde baksteen. Strakke gevelbehandeling afgelijnd door een overstekende kroonlijst op gekoppelde modillons. Alleen de driezijdige erkers van de bovenverdieping brengen enig plastisch accent en bepalen samen met opvallende witte kozijnvensters met typerende, horizontale roedeverdeling de algehele compositie. Bij de gestrekte luifel van de smalle deuren, sluit telkens een klein bovenlicht aan.