Twee gelijkaardige woningen van telkens drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de straat) gebouwd in 1870. Rode bakstenen lijstgevel centraal bekroond door breed dakvenster met gebogen frontonbekroning en verlevendigd met bepleisterde klauwstukken en horizontaal belijnende banden. Rode bakstenen lijstgevel horizontaal belijnd door bepleisterde begane grond met imitatievoegen, onderling verbonden lekdrempels met paneelwerk op de borstwering. Aflijnende hoekblokken, belijnende doorlopende onderdorpels en kroonlijst met bepleisterde fries voorzien van dropmotief. Segmentboogvormige muuropeningen; bovenvensters in geprofileerde omlijsting; op tweede bouwlaag met driehoekige frontonbekroning voorzien van onder meer palmet en voluten; op derde bouwlaag met oren.
Interieur van nummer 11 is aangekleed in neoclassicistische stijl, zie bewaarde schouwen, plafonds met pleisterwerk en de traphal. Inkom en traphal met imitatiebeschildering en verlicht door twee rondboogvensters met ijzeren roedeverdeling.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 152.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)