Breedhuis van vijf traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldak; dakkapel met driehoekige frontonbekroning en vleugelstukken. Jaartal 1871, doch bouwvergunning van 1870. Uitbreiding van gebouw in 1946. Bepleisterde en beigebeschilderde lijstgevel met benadrukte middentravee als risaliet uitgewerkt. Zware belijnende kordons waaronder panelenfries. Horizontaal belijnende doorgetrokken lekdrempels op de begane grond en onderling verbonden lekdrempels op de bovenverdieping. Segmentboogvormige muuropeningen. Op begane grond muurdammen met uitgediepte vlakversiering. Bovenvensters in geprofileerde omlijsting met oren en op de tweede bouwlaag rijk uitgewerkte sluitsteen. Poorttravee bekroond door driehoekig fronton; steekboogpoort met smeedijzeren bovenlicht voorzien van de letter M (vermoedelijk verwijzend naar de bouwheer), twee smeedijzeren voetenschrapers; kordon steunend op zware modillon geflankeerd door gegroefde consoles. Hoofdgestel op houten klossen.
Interieur. Gang geritmeerd door pilasters met kapitelen van Corinthische orde. Enfilade van salons. Twee salons voorzien van marmeren schouwen en rijk stucwerk aan het plafond voorzien van een centrale rozet en lijstwerk. Tweede salon deels aangekleed in neo-Vlaamse stijl, zie lambrisering en ingemaakte kasten. Aanbouw tegen de achtergevel toegankelijk via een bow window. Achteraan deuren en glazen lichtkoepel in art-decostijl.
DEVLIEGHER L., De huizen van Brugge, Brugge, 1975, p. 152.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)