Vakwerkhoeve ()

Vakwerkhoeve met losse bestanddelen uit de eerste helft van de 19de eeuw.

Historiek

De vakwerkhoeve dateert, volgens de kadastrale mutatieschetsen, ten laatste van 1850. Op dat moment bestond de hoeve uit drie volumes: het woonhuis dat dwars georiënteerd was ten opzicht van de Romershovenstraat, achteraan een schuur parallel met straat en aan de straatzijde de stal. Tegen 1856 komt er aan de straatzijde nog een bakhuis bij en centraal op het erf een bakstenen stal. In 1951 bleek de achterste schuur verdwenen te zijn.

Er was in 2011 nog een authentieke houtstructuur in zowel het woonhuisvolume als in de losse bestanddelen. Het bakhuis (met gaaf bewaarde oven) en de naastliggende stal hadden versteende vakken, maar het woonhuis-stalvolume behield voor een deel de lemen vullingen en karakteristieke gevelopeningen (beluikte vensters, deur, staldeur en laadvenster). De woning behield tot dan haar traditionele indeling met twee grote woonvertrekken van elkaar gescheiden door een centrale haard en een aantal kleinere vertrekken aan de noordwestelijke zijde van de hoeve. De plafonds waren voorzien van troggewelven. In de centraal gelegen inkomruimte bevond zich de trap naar de zolderruimte.

Langs de straatkant stonden een knotes en een es. Op de hoek met de veldweg bevond zich een gemengde haag (o.a. meidoorn, haagbeuk, sleedoorn, laurierkers). Langs de veldweg stonden twee knotessen en vijf knotwilgen.

In 2015-2016 is de hoeve ingrijpend gerestaureerd.

Beschrijving

Het hoevecomplex is gelegen op de hoek van de Romershovenstraat met een veldweg. Het complex bestaat uit een woonhuis-stalvolume (dwars ten opzichte van de straat) en twee kleine volumes aan de straatzijde (stal en bakhuis) rond een erf. Tussen de twee stalvolumes bevindt zich een waterput.

In de huidige vakwerkhoeve langs de Romershovenstraat rest nog slechts een gedeelte van de authentieke vakwerkstructuur. De resterende structuur werd vervolledigd met nieuwe houten elementen en de vullingen werden opnieuw aangebracht volgens hedendaagse technieken. De huidige volumes van de vakwerkhoeve volgen de traditionele constellatie (woonhuis-stal, stal en bakhuis).

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DL002587, Hoeselt-Romserhoven: vakwerk (S.N. 2011).
  • Onroerend Erfgoed, Digitaal opheffingsdossier 4.001/73032/103.1, Vakwerkhoeve met losse bestanddelen en onmiddellijke omgeving in Hoeselt (Romershoven) (S.N. 2023).

Auteurs:  Sys, Annelien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Sys A. 2023: Vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/430998 (geraadpleegd op ).


Vakwerkhoeve ()

Het hoevecomplex is gelegen op de hoek van de Romershovenstraat met een veldweg. Het complex bestaat uit een woonhuis-stalvolume (dwars ten opzichte van de straat gelegen), twee kleine volumes aan de straatzijde (stal en bakhuis) en een bakstenen stal meer centraler op het erf. Tussen de twee stalvolumes bevindt zich een waterput. Meer achteraan op het perceel staat een recenter bakstenen bijgebouw.

Het erf is toegankelijk via een recent hek. Langs de straatkant staan een knotes en een es. Op de hoek met de veldweg bevindt zich een gemengde haag (onder andere meidoorn, haagbeuk, sleedoorn, laurierkers). Langs de veldweg staan twee knotessen en vijf knotwilgen.

Tegenover en aan weerszijden van de hoeve, langs de Romershovenstraat, bevinden zich recente woningen. Achter deze lintbebouwing liggen weilanden en enkele boomgaarden.

Historiek

Ten tijde van de Atlas van de Buurtwegen staat er nog geen bebouwing aangeduid. In de oudste kadastrale legger staat perceel nummer 464 aangeduid als boomgaard. Erachter bevonden zich een "huis" en twee "gebouwen" (respectievelijk nummer 465 en 466-467), daarachter "bouwland" (nummer 468). Naast deze percelen lag nog een langgerekt perceel bouwland (nummer 463). Al deze percelen (nu overeenkomend met het huidige perceel 464E) waren eigendom van leden van de familie Mercken.

De huidige hoeve verschijnt op de kadastrale mutatieschetsen van 1850: een volume dwars op de straat (huidige woning), daarachter een volume parallel met de straat (volgens mondelinge info: de schuur) en nog een klein volume tegen de straat gelegen (huidige stal). Deze hoeve met perceelnummer 464a (volgens kadastrale leggers: "huis") is gelegen op een langgerekt perceel 463a ("bouwland") behorend tot eenzelfde eigenaar.

Op de schetsen van 1856 is het woonhuis gekoppeld aan de schuur en verschijnen er nog twee kleine volumes: aan de straatzijde (huidig bakhuis) en meer centraler op het erf (huidige bakstenen stal).

In 1882 worden de perceelsgrenzen hermeten. In 1920 wordt het perceel 463c verdeeld in 463d en 463e, volgens de kadastrale leggers resp. "tuin" en "bouwland". In 1926 is er een hermeting gebeurd van de perceelsgrenzen. Ten laatste in 1951 is de schuur verdwenen en is het woonhuis aan beide zijgevels verlengd, wat overeenkomt met de aanbouwsels onder lessenaarsdak. De achterliggende percelen staan nu aangeduid als tuin (463h) en weide (463g) Momenteel zitten deze gronden vervat in één perceel, namelijk 464e.

Exterieur

Het hoevecomplex is gelegen op de hoek van de Romershovenstraat met een veldweg. Het complex bestaat uit een woonhuis-stalvolume, een vakwerkstal en -bakhuis, een bakstenen stal en een waterput.

Het langgestrekte woonhuis-stalvolume betreft een gaaf bewaarde vakwerkconstructie in overkalkt stijl- en regelwerk met nog grotendeels lemen vullingen. De vakwerkconstructie van zes traveeën (7 ankerbalkgebinten) rust op een vrij hoge bakstenen stoel en heeft een zadeldak met Vlaamse pannen. De erfzijdegevel heeft volgende muuropeningen van links naar rechts: twee beluikte vensters waarvan één een bolkozijn, een woonhuisdeur en een staldeur waarboven een laadvenster. In de achtergevel zitten een stalvenster en vier kleine vensters. De staltravee, heeft de breedte van 2 woonhuistraveeën. De rechterhelft van de staltravee (rechts van de wandstijl) is versteend. Tegen de vakwerk-achtergevel is een bakstenen muur gezet. Beide zijgevels hebben een planken beschieting. Links en rechts van het woonhuis-stalvolume bevindt zich telkens een aanbouwsel onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen). Deze latere aanbouwsels zijn ook opgetrokken in vakwerk, maar de vakken zijn bijna volledig versteend (vulling met baksteen of betonblok). Volgens de kadastrale mutatieschetsen dateren ze minstens uit 1951.

Aan de straatzijde, ten zuidoosten van het woonhuis, bevinden zich twee kleine volumes onder een zadeldak (Vlaamse pannen): een bakhuis (nok parallel aan de straat) en een stal (nok haaks op straat). Van beide vakwerkvolumes zijn de vakken volledig ingevuld met baksteen en is de onderregel verdwenen. Bij het bakhuis is de gevel ter hoogte van de bakovenmond volledig versteend. De bakoven zelf is nog intact: een geleemd ovengewelf onder een zadeldakje (Vlaamse pannen). Nabij deze volumes bevindt zich een ronde waterput, met vierkante bouw bovengronds.

Het stalvolume centraler op het erf is volledig opgetrokken in baksteen. Vermoedelijk is dit een herbouw van een ouder volume op deze plaats.

Interieur

Het langgestrekte volume, met woonhuis-stal ordonnantie, heeft een traditionele indeling. Het woongedeelte heeft langs de zuidoostelijke zijde twee grote woonvertrekken die van elkaar gescheiden worden door een centrale haard; langs de noordwestelijke zijde enkele kleinere vertrekken. De plafonds worden gevormd door troggewelven. Het woongedeelte is toegankelijk via twee deuren: een (latere) deur in de linkerzijgevel (via de linkeraanbouw) en een deur tussen stal- en woonhuisgedeelte in de voorgevel. In deze centraal gelegen inkomruimte bevindt zich ook de trap naar de zolderruimte.

  • F. SCHLUSMANS 1996: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit. Architectuur. Deel 14n3. Provincie Limburg. Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen-Maasmechelen, Turnhout, 210.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DL002587, Hoeselt-Romserhoven: vakwerk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2011: Vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/131275 (geraadpleegd op ).


Vakwerkhoeve ()

Hoek Sitsingen. Langgestrekte hoeve uit midden 19de eeuw, in 1844 nog niet aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen.

Ordonnantie: woonhuis - stal. Zes of zeven traveeën en anderhalve bouwlaag onder vrij steil zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen), met een aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen elke zijgevel. Overpleisterd stijl en regelwerk met lemen vullingen, plaatselijk versteend. Ankerbalkgebint op een bakstenen stoel. Het woonhuis heeft een indeling met de gang tussen stal en woonhuis, en links van de gang de twee kamers met stookplaats in de scheidingsmuur. Twee beluikte vensters, waarvan één een bolkozijn, een woonhuisdeur en een staldeur met een laadvenster erboven. De achtergevel is vrijwel volledig versteend.

Aan straatzijde een sterk gerestaureerd bakhuis met bakoven onder zadeldaken (Vlaamse pannen) van vrijwel volledig versteend stijl- en regelwerk.

Het geheel is aan beide straatzijden met een haag afgesloten, het erf is toegankelijk via een recent hek .


Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1996: Vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/833 (geraadpleegd op ).