Breedhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder steil zadeldak (Vlaamse pannen), gedateerd 1695. Volgens bouwvergunning van 1841, bovenverdieping in overstek op rondboogfries. Begane grond oorspronkelijk met zes kleine geblokte ontlastingsbogen en natuurstenen penanten. Gevelbrede trapgevel (8 treden + topstuk) met aansluitende loodrechte bedaking; verankerde baksteenbouw, witbeschilderd boven een arduinen winkelpui. Rechthoekige bovenvensters in rondboognissen met afgeschuinde dagkanten; in de boogvelden, gehistorieerde cartouches met hoefsmid die een paard beslaat en putti in de smidse. Soortgelijk zoldervenster onder een kleine, omlijste ovale oculus.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 120/1841.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 207.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)