Oorspronkelijk herenhuis, nu opgesplitst in drie woongelegenheden van telkens drie traveeën en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (Vlaamse pannen). Volgens bouwvergunning van 1851 als verbouwing van twee tuitgevels. In 1879 verbouwen van de poorttravee tot een woongelegenheid van drie traveeën. Bepleisterde en ecrubeschilderde lijstgevel horizontaal belijnd door gekorniste puilijst, kordonvormende lekdrempels en een eenvoudige kroonlijst. Rechthoekige muuropeningen, op de bovenverdieping in geriemde omlijsting, op de mezzanino. onderling verbonden. Bewaard 19de-eeuws schrijnwerk onder meer ook rolluikkasten bij nummers 20-22.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 12/1851, nummer 71/1879.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 231.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)