Gotisch diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit de eerste helft van de 16de eeuw. Volgens K. Verschelde van circa 1520. In 1871 of kort ervoor ontpleisterd. Vensterkruisen en tussenstijlen hersteld circa 1900. Verankerde bakstenen trapgevel(7 treden + topstuk) met verwerking van zandsteen voor de kruis- en bolkozijnen. Combinatie van Brugse traveeën type I en II met kwartrond profiel en verfijnd baksteenmaaswerk in de boogvelden. Middelste op de bovenverdieping afgesloten met rondboog. Oplopende zijnissen in de geveltop ter omschrijving van de zoldervensters. Kruiskozijnen op de eerste en tweede bouwlaag: bolkozijnen in de geveltop onder een blinde korfboognis met afgeschuinde dagkanten en driepasmaaswerk. De achtergevel is een bakstenen puntgevel; vensters voorzien van natuurstenen kruiskozijnen en rechthoekig zoldervenster in de top.
Interieur. Bepleisterde balklagen en dakconstructie bestaande uit zes schaargebinten.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier DW 000551.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 232.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)