Breedhuis met enkelhuisopstand van vier/drie traveeën en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (Vlaamse pannen). De gevel uit de eerste helft van de 19de eeuw werd opgesmukt in 1920 onder meer toevoegen van bepleistering in neoclassicistische stijl. De bepleisterde en beigebeschilderde lijstgevel wordt horizontaal belijnd door de puilijst met trigliefen, de kordonvormende lekdrempels en kroonlijst op houten klossen en tandlijst waaronder fries met guirlandes. Rechthoekige vensters in geprofileerde omlijsting onder kroonlijst op gegroefde modillons; op de begane grond met guirlandes opgehangen op strikken. Rechter poorttravee van één bouwlaag met rechthoekige poort in geprofileerde omlijsting onder kroonlijst op gegroefde modillons. Versierde smeedijzeren poort met twee vleugels.
Interieur. Typerende planindeling en ruimtewerking met koetsdoorrit en aansluitende vestibule. Eikenhouten trap met trappaal met sobere invloed van laatempire. Aan de straatzijde zijn de salons rijker aangekleed: eerste salon in neorococostijl met stucversieringen op wanden en plafonds; wanden op plintlambrisering, waarboven door lijstwerk ingedeelde smalle en brede panelen; marmeren schouw. Tweede salon met witmarmeren voluteschouw in Second Empirestijl, wanden met plintlambrisering en erboven panelen met lijstwerk; plafondlijstwerk met middenrozet en hoekversieringen.
Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota, 16 december 1998, 13 januari 1999.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)