Eenheidsbebouwing van 1839 bestaande uit vier enkelhuizen van elk drie traveeën volgens repetitief schema. Thans drie huizen van respectievelijk vijf/zes en drie traveeën en twee bouwlagen, bij nummer 37 onder een leien mansardedak (nummer 37) en bij nummers 39-41 onder zadeldak (Vlaamse pannen). Eenvoudige bakstenen lijstgevel, witbeschilderd boven een donkere plint. Rechthoekige muuropeningen met arduinen lekdrempels. Verzorgd schrijnwerk vooral bij nummer 37 met poort voorzien van een I-balk met rozetmotieven boven een vleugelpoort met gietijzeren deurpanelen, wat waarschijnlijk het resultaat is van een eind 19de eeuwse-begin 20Ste-eeuwse verbouwing.