Neogotische kerk, een ensemble vormend met de erachter gelegen school en de ervoor staande pastorie. Errond, beboomd plantsoen. Na twee verworpen aanvragen tot oprichting van een eigen parochie, respectievelijk in 1739 en 1775, kregen de inwoners van Heiende pas in 1880 toelating om een eigen kerk te bouwen. De familie Monin-Rendeux-Vermeulen (bouwers van de eveneens neogotische Ruiterskerk te Waasmunster) kocht de grond en schonk de eerste houten hulpkerk afkomstig van de Ruiter. De stenen kerk, naar ontwerp van architect Eugène Neve (Gent) werd aangevat door aannemer Back (Lokeren) en in 1882 voltooid door aannemer Vlaeminck (Lokeren). Plechtige inwijding op 29 december 1882. De toren werd er in 1905 aan toegevoegd. Bij Koninklijk Besluit van 22 april 1891 werd de parochie eindelijk onafhankelijk van deze van Lokeren. Grondige herstellingswerken in 1924 onder leiding van architect Hendrik Geirnaert (Gent).
Driebeukige kruiskerk met polygonaal koor en toren in de noordelijke oksel van transeptarm en schip; twee kleine zijkoortjes. Basilicale opstand. Baksteenbouw met verwerking van natuursteen aan dorpels, daklijsten en venstermaaswerk. Benedenkerk van zes traveeën met links een rechthoekige doopkapel. Rechthoekige transeptarmen en koor van twee rechte travee met vijfzijdige sluiting. Achtzijdige toren. Uitgesproken verticalisme door de hoge lancetvensters en de tot aan de kroonlijst reikende steunberen met verschillende versnijdingen. Goed verlicht, sober interieur met houten gewelven: middenbeuk, koor en transept onder spitstongewelf; viering kruisribgewelf; zijbeuken schuin aflopende zoldering. Spitse scheibogen rustend op zuilen met achtkantige sokkel en kapiteel met dubbele rij koolbladeren.
Mobilair
Neogotische altaren, biechtstoelen, preekstoel en koorbanken.