Nummer 135-145. Restant van een rij van dertien arbeidershuizen, (nummer 121 tot 145) in 1837 door de familie Voortman gebouwd voor arbeiders uit haar nabijgelegen textielfabriek: één der weinige voorbeelden van arbeiderswoningbouw door een fabrikant. Het toont in welke mate deze woningen “beter” waren dan de doorsnee arbeidershuisvesting circa 1830-1840.
Rijhuizen van anderhalve bouwlaag, twee traveeën volgens spiegelbeeldschema, onder doorlopend zadeldak (Vlaamse pannen). Getoogde openingen, en beluikte vensters, op begane grond; rechthoekige openingen op zolderverdieping; tegeldorpels. Witgekalkte verankerde gevels op gepikte plint.
Inwendig verdeeld in twee gelijkvloerse kamers, met per twee huizen gekoppelde schoorsteen in achterkamer; één zolderkamer. Elk huis met eigen achtertuintje circa 5 meter diep, met achteraan berghok en toilet.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)