Zogenaamd "Hoeve Visart", historisch teruggaand op het zogenaamd "Kasteel van het Vrije van St-Omaars", reeds gedeeltelijk verdwenen in 1680, op een ‘fraeye ende eerelycke woonste’ in de buurt na. Of deze laatste werd uitgebreid is niet geweten. Men spreekt opnieuw van "Kasteel" rond 1758. Laatst genoemde is achtereenvolgens in eigendom overgegaan aan L. de Smedt en aan Graaf Léon Visart de Boccarmé, die het kasteel vermoedelijk een ander uitzicht gaven. Begin 20ste eeuw werd het kasteel gedurende een tiental jaren verhuurd aan Franse kloosterzusters. In 1912 verkocht en gesloopt.

Merkwaardig complex midden poldervlakte, bereikbaar via bakstenen, drieledige boogbrug met neogotisch hek tussen postamenten (gietijzer?) over brede sloot welke het domein in het noorden en het westen omgeeft. Hoeve ondergebracht in 19de-eeuwse afhankelijkheden van voormalig kasteel, meer bepaald in woningen van koetsier en hovenier, en stallingen. Volgens bewoners gebouwd met afbraakmateriaal van voormalig kasteel. Eigenlijke hoeve bestaande uit twee gelijklopende vleugels met centraal erf, vaalt en moestuin, doorkruist met bakstenen paden. Gebouwen opgetrokken in gele, soms verankerde baksteen onder zadeldaken (Vlaamse pannen).

Noordvleugel bestaande uit twee, oorspronkelijk identieke gebouwtjes, verbonden door lagere dwarsvleugel. Sterk gewijzigd geheel op het westelijk gedeelte na. Quasi vierkante oost en west gelegen gebouwtjes van drie traveeën op elke zijde en twee bouwlagen onder zadeldak (noord-zuid-nokrichting). Noord- en zuidzijde opgevat als tuitgevel met schouder- en topstukken onder vlakke deksteen. Belijnend kordon boven elke bouwlaag. Geleding van west- en oostgevel door middel van doorlopende druiplijst van benedenvensters, kordon en doorlopende lekdrempel van bovenvensters; aflijnende houten gootlijst. Muuropeningen, vaak blind, voorzien van strek en lekdrempel : rondbogig, op begane grond; rechthoekig op tweede bouwlaag; halfronde venstertjes in top van zuidgevels; drie gekoppelde rondboognisjes in top van noordgevels. Waaiervormige en geometrische roedeverdeling. Beluikte benedenvensters in zuidgevel van westelijk gebouw. Verbindende dwarsvleugel van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (oost-west-nokrichting). Lange gevels geritmeerd door middel van vijf blinde segmentboognissen met strek, op pilasters met smal impost. Thans sterk verbouwd en voorzien van recente muuropeningen.

Zuidvleugel (stallingen) van twaalf traveeën en thans twee bouwlagen onder zadeldak. Begane grond geritmeerd door middel van blinde, bakstenen, segmentboognissen op pilasters met tweeledige impost, onder strekse latei. Licht getoogde, beluikte muuropeningen met strek op verdieping. Sterk verbouwd geheel.