Oorspronkelijk omwalde hoeve met rest van wal achter het woonhuis; boerenhuis voorafgegaan door een weide en bereikbaar via onverharde oprit, gemarkeerd door hek en linden; zuidoostkant omzoomd met wilgenrij; kleine boomgaard rechts van oprit.
Boerenhuis van vijf traveeën en een bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen) met overkragende rand op houten modillons, gedateerd 1827 door middel van gevelsteen in linker zijgevel. Dubbelhuisopstand. Verankerde baksteenbouw, waarvan lange gevels witgekalkt, op de deur- en vensteromlijstingen van voorgevel na. Rechthoekige muuropeningen verdiept in licht uitspringende, getoogde omlijsting met oren en doorlopende onderdorpel: oorspronkelijk beluikte kozijnvensters links met aangepaste roedeverdeling; vensters met behouden kleine roedeverdeling rechts; kozijndeur met verdeeld bovenlicht en kleine roedeverdeling. Recentere uitbouw onder lessenaarsdak tegen achtergevel, links van twee rechthoekige vensters, voorzien van getralied houten bolkozijn en licht verdiept in korfboog. Bijbouwen onder lessenaarsdak tegen beide zijgevels; spoor van verdiepte korfboog in rechter zijgevel; rechthoekig kozijn in korfboogomlijsting, in linker zijgevel.
Ten oosten, kleine dwarsschuur met stalling, onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op het huis), uit de 19de eeuw. Verankerde baksteenbouw, met horizontale plankenbeschieting. Rechthoekige stalopeningen en schuurpoort. Ronde uilengaten in zijgevels. Tegen de zuidkant aanleunende stal van tweetal traveeën onder lager zadeldak, zonder verdere bijzonderheden.