Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van mevrouw P. Oyen, naar een ontwerp door Frans Mertens uit 1912, uitgevoerd in 1913. De architect tekende omstreeks de eeuwwisseling in zijn gemeente Borgerhout voor de Heilige Familie- en Sint-Corneliuskerk, en de gemeentescholen van de Florastraat en de Betogingstraat. De woning Oyen is sterk verwant met de woning D’Jong-Moquette die Mertens in 1923 in de Rudolfstraat bouwde.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning van het bel-etagetype vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met een verzorgd, aan de Lodewijk XVI-stijl ontleend decor, op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst, entablementen en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de brede middentravee. Deze wordt op de bel-etage gemarkeerd door een bow-window met vijflicht, een bewerkte basis met eierlijst en acanthusconsoles, guirlandes op de borstwering en een smeedijzeren balkonborstwering als bekroning. De bovenste verdieping heeft een recht balkon met consoles en smeedijzeren borstwering. Verder wordt de lage begane grond als sokkel geaccentueerd door schijnvoegen, flankeren casementen met kransen de bow-window van de bel-etage, onderscheidt de tweede verdieping zich door een metopenfries en de derde door kransen op de penanten. Rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de tweede verdieping met onderdorpels, op de derde met waterlijsten, doorgetrokken imposten en guirlandes in de casementen van de borstwering. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. De oorspronkelijke smeedijzeren inkomdeur en venstertralies van de begane grond zijn verwijderd, evenals de rondbogige dakkapellen met voluten en waterlijst.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning die uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan een spreekkamer en de keuken annex wc, en beslaan het salon en de eetkamer de bel-etage. Op de tweede en derde verdieping bevinden zich telkens twee slaapkamers en een lavabo-wc of bergkast, en onder het dak twee mansardekamers en een zolder.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313826 (geraadpleegd op ).
Lijstgevel met natuurstenen parement, gebogen erker, balkons en neo-Lodewijk XVI-decor.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/83749 (geraadpleegd op ).