is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Notariswoning
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Notariswoning
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalige notaris- en burgemeesterswoning vlakbij het kruispunt met de Molenstraat.
Neoclassicistische herenwoning, aanvankelijk met L-vormige plattegrond en twee vrijstaande dienstgebouwen in de tuin gebouwd in opdracht van notaris en burgemeester Celestin Van Cromphout in 1851 op de plaats van een oudere woning (zie kadaster- en gemeentearchief). In 1877, na overlijden van notaris Van Cromphout door schepen en later burgemeester Casimir de Lausnay aangekocht. Woonhuis in 1898 door diens zoon Louis de Lausnay, eveneens burgemeester van Overmere en senator, vergroot met linker poortrisaliet en met een dienstgebouw rechts achteraan. Alsnog volgens kadastergegevens tuin gelijktijdig omgevormd tot lusttuin met broeikas, en in 1905 en 1911 nogmaals noordwaarts vergroot. Tijdens de Eerste Wereldoorlog huis door de Duitsers bezet en geplunderd. In 1978 gerenoveerd, onder andere vernieuwing van schrijnwerk.
Aan de straat gelegen fraai herenhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen), geflankeerd door twee vooruitspringende zijvolumes van één travee en één bouwlaag met respectievelijk inrijpoort naar achtergelegen wagenhuis en tuin. Stoep voor het huis afgesloten door ronde arduinen stoeppalen verbonden met ijzeren buis. Ingeplant op de oude rooilijn en samen met bijhorende woning (nummer 17) daardoor vooruitspringend ten opzichte van de belendende bebouwing.
Woonhuis van het dubbelhuistype met gepleisterde en witgeschilderde gevel op arduinen plint met keldervensters. Horizontaal gemarkeerd door arduinen plint, doorgetrokken lekdrempels tot kordons, borstwering met paneelversiering en door hoofdgestel bestaande uit architraaf, fries, kroon- en tandlijst. Rechthoekige vensters met jongere T-ramen, voorheen op de benedenverdieping met persiennes. Bovenvensters voorzien van geriemde omlijsting. Rechthoekige voordeur, voorafgegaan door arduinen trap en gevat in arduinen omlijsting met bekronend arduinen balkon op twee consoles; behouden vleugeldeur in uitgewerkte neoclassicistische stijl met bovenlicht. Linker aanbouwsel van één travee, met rechthoekige vleugelpoort met steekboogvormig bovenlicht met glas in ijzer, voorzien van een gepleisterde boogomlijsting met sluitsteen. Zoals hoger vermeld, toegevoegd circa 1898 als pendant van het rechter volume met gelijkaardige ordonnantie met rondboogvenster. Witgeschilderde bakstenen achtergevel met rechthoekige muuropeningen, centraal toegevoegde erker aan het trappenhuis.
Deels onderkelderd woonhuis met twee kelders met vlakke zoldering onder de twee voorste kamers, van elkaar gescheiden door een gewelfde gang met keldertrap. Voortgaande op de ligging en vormgeving mogelijk rest van de in 1849 afgebroken woning. Woning met traditionele dubbelhuisindeling. Centrale hal met zwart - witte marmeren vloer met geometrisch patroon, gestuct lijstwerk en wandpilasters, fijn gesculpteerde wenteltrap rechts achteraan. Groot salon links met zeer merkwaardig stucplafond in reliëf en typische midden-19de-eeuwse grijsmarmeren schouw.
Kleine achterliggende binnentuin, ten oosten begrensd door baksteenmuur met deels blinde bogengalerij doorlopend tot in de poortdoorrit aan de straat en het voormalige wagenhuis met paardenstal in de noordoosthoek. Voormalig washuis in noordwesthoek met dezelfde vormgeving die ook terugkomt in de voorgevel. Beide aanhorigheden onder zadeldak opgetrokken uit baksteen met sporen van rode schildering, met rondbogige en getoogde muuropeningen in verdiepte rondbogige spaarvelden en met oculus in puntgeveltop. Oorspronkelijk schrijnwerk met typisch 19de-eeuws V-vormig bovenlicht.
Grote achterliggende tuin met 19de- en 20ste-eeuwse landschappelijke aanleg, van het woonhuis afgesloten door sierlijk ijzeren hekwerk. Zeer diepe tuin voorzien van bijzondere bomen (moerascypres, moerbeiboom, mispel, hulst …), diverse tuinelementen in cement of terracotta. Slingerende vijver naar verluidt gevoed door een artesische put, met sierbruggetje en achtzijdig paviljoen onder mansardedak kadastraal genoteerd in 1942. Romantische kunstgrot in cementrustiek binnenin gedateerd “1914” in achterliggend bos dat door Louis de Lausnay in 1911 bij de lusttuin gevoegd werd.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Personeelswoning bij woning de Lausnay
Is deel van
Burg. de Lausnaystraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Notariswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/83816 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.