Ruim burgerhuis in neoclassicistische stijl van rond 1900, volgens literatuurgegevens voorheen eigendom van Benoit Rubbens, nu advocatenwoning Van Driessche. Volgens het Primitief Plan (1832) bevond zich in het tweede kwart van de 19de eeuw een smaller gebouw op deze plaats ter hoogte van de drie rechtse traveeën.

Wellicht rond de eeuwwisseling vergroot tot huidige lijstgevel van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Bepleisterde voorgevel met enkelhuisopstand met traditionele gevelafwerking in neoclassicistische stijl. Imitatiebanden tussen de hoge arduinen plint en de puilijst. Verder horizontaliserende cordons, borstwering met spiegels en aflijnend hoofdgestel met kroon- en tandlijst en spiegels tussen de uitgelengde modillons met bladmotief. Getoogde vensters met persiennes op de begane grond; op de bovenverdieping gevat in een geprofileerde lijst met siersluitsteen en bladranken. Voorts rechts breder poortrisaliet met fraaie dubbeldeur.