Ensemble van twee gekoppelde en gespiegelde rijhuizen in eclectische stijl, waarvan de bouw in 1911 kadastraal genoteerd werd. Eenvoudige kleinere burgerwoningen met opvallend verzorgd en decoratief gevelparement, illustratief voor de kwalitatievere doorsnee-architectuur in de gemeente. Lijstgevels met enkelhuisopstand van telkens twee bouwlagen en twee traveeën onder doorlopende zadeldaken. Aflijnende houten kroonlijst op klossen onderbroken door de iets hogeroplopende centrale deurtravee met sgraffitopaneel in het hoofdgestel. Dit paneel, met reminiscenties aan de art nouveau, is een gestileerde voorstelling van een vrouwenfiguur omgeven door bladranken. Baksteenmetselwerk opgelicht door banden en vensteromlijstingen in witte baksteen. Gevelontwerp extra verlevendigd door speelse vormgeving van de muuropeningen: op de gelijkvloerse verdieping gedrukte korfboogvensters onder een ijzeren latei; op de bovenverdieping ingeschreven drielichten met oorspronkelijk hout- en glaswerk in nummer 25. Voorts verdiepte gespiegelde voordeuren met bovenlicht met, eveneens in nummer 25, oorspronkelijk schrijnwerk aanleunend bij de art deco.