Achterin gelegen vrijstaande burgerwoning met spievormige met gras begroeide voortuin met links een gemacadamiseerde oprit voor vrachtwagens. Naar verluidt woning circa 1905 opgericht door een kolenhandelaar. In 1928 aangekocht door de echtgenoten Pensaert die de zaak omvormden tot een landbouw- en vlasbewerkingsbedrijf en hiervoor op het verharde achtererf twee parallelle bedrijfsgebouwen bouwden in 1940 en 1945. Activiteiten stopgezet in 1951; vervolgens reconversie naar huidige veevoeder- en kippenhandel.
Charmante lijstgevel van twee bouwlagen en drie traveeën, met inbegrip van een poortdoorrit links, onder zadeldak. Zeer herkenbaar als begin 20ste-eeuws burgerhuis. Typische gevelafwerking, van rood baksteenmetselwerk met gele bakstenen banden op een hardstenen plint, en getoogde muuropeningen aan hardstenen drempels. Traditionele indeling met centrale hal en flankerende salons, naar verluidt gewijzigd in de jaren 1970. In dezelfde periode burgerhuis achteraan vergroot met een lage uitbouw, waardoor de oorspronkelijke vierkante plattegrond gewijzigd werd in een L-vormige.
Ten oosten, in het verlengde van de vermelde toegevoegde aanbouw, ingekorte voormalige koe- en paardenstal. Daarachter baksteenbouw van 1945 voor opslag van vlas. Daar tegenover, parallelle constructie van 1940 voor vlasbewerking.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)