Zogenaamd "Huis Convent". Zeer fraaie en verzorgde burgerwoning in neoclassicistische stijl, gebouwd in 1877 naar ontwerp van architect Emile Save (Lokeren) in opdracht van de bouwheren Adolf(us) Convent en Maria Boel (confer bouwplan) wiens initialen in het bovenlicht van de voordeur werden afgebeeld. Woning in eigendom van dezelfde familie en tijdens de Eerste Wereldoorlog tijdelijk gebruikt als tweede locatie voor de kantschool. In 1937 door dochter Valeria Convent (weduwe Nyssens) verkocht aan gemeentesecretaris Gustaaf Achiel Boeykens – Van Achter. Tot op heden bewoond door familieleden.

Zeer gaaf bewaarde karakteristieke neoclassicistische burgerwoning van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Stijlvolle bepleisterde voorgevel op de begane grond met bossage, borstwering en hoofdgestel met spiegels én bovenverdieping met een vlakke bepleistering. Overvloedig en contrasterend gebruik van blauwe hardsteen voor de hoge gefrijnde sokkel met lekdrempelconsoles en spiegels én voor de geprofileerde benedenvenster- en voordeuromlijsting. Getoogde vensteropeningen op de bovenverdieping gevat in een gestucte omlijsting met oren en sluitsteen en oorspronkelijke houten rolluikkast. Overal met origineel schrijnwerk. Vleugeldeur in neoclassicistische stijl aan een bordes van drie treden.

Interieur

Oorspronkelijke traditionele plattegrond met centrale gang en vier flankerende salons op een verhoogde begane grond behouden. Salons en traphal met authentieke en historisch waardevolle decoratie in neostijlen. Drie salons voorzien van typerende marmeren schouwmantels met voluten waarvan de kleur en soort hernomen wordt in de bijhorende venstertabletten. Rijkelijk versierde en beschilderde gestucte plafonds, dubbele binnendeuren eveneens afgewerkt met een decoratieve tekening, originele parketvloeren. Traphal met marmer- en houtimitatie en fraaie wit en zwarte marmeren vloer. Achteraan markante bordestrap met gietijzeren balustrade en trappaal. Trappenhuis extra verlicht door de plaatsing van een ronde spiegel tegen de zoldering die fungeert als lichtkoepel.

Achteraan. Bepleisterde en beschilderde achtergevel met gevelbreed afdak op ijzeren liggers op stenen consooltje. Centraal een groot rondbogig vensters ter hoogte van het trappenhuis met gegraveerd glas met vaasmotief. Erboven een blind rond venstertje.
Haaks op de achtergevel, de voormalige dienstvleugel van één bouwlaag waarvan de koergevel voorzien is van negen pilasters. Verharde erekoer over de ganse breedte afgesloten door een sierlijk gesmeed ijzeren hekwerk met opschrift "J.B. Gregoire / en zonen / Berlare" in het hekkenslot.

Zeer grote tuin met landschappelijke aanleg, grotendeels volgens ontwerpplan van 1895 door (H) Moerman voor P. Nyssens. Kronkelende serpentinevijver met omlopende paden achteraan in de tuin oplopend tot heuveltje. Halverwege de tuin rechts opzij, een merkwaardige bakstenen watertoren met pompsysteem voor de bediening van fonteinen. Vierkante baksteenbouw van twee bouwlagen met getoogde vensters, blindnissen, hoeklisenen, bogenfries en een overkragende kantelenrij. Voorts nog een oude eik en taxus.