Woonhuis gebouwd in 1931 in opdracht van Gustav Haegens naar ontwerp van architect Huib Hoste en opgetrokken in de Internationale Stijl. Grondig gerenoveerd in 1989-1990. Zowel de bouwtechniek als de kubistische vormgeving met een dynamisch volumespel en rechthoekige muuropeningen sluiten volledig aan bij de nieuwe zakelijkheid en het functionalisme van de interbellumarchitectuur.
Het huis is opgetrokken in een skeletbouw van gewapend beton en is de eerste constructie van Huib Hoste in gespoten beton op steengaas. Het gebouw wordt gekenmerkt door een functioneel doordacht plan, een geometrisch volumespel, driedimensionaal opengewerkt met grote raampartijen, dakterrassen, overhoekse doorlopende vensterpartijen, erker, luifel, en uitkragende elementen. De ernaast gelegen tuin, met grotendeels behouden tuinaanleg eveneens naar ontwerp van Huib Hoste, wordt afgesloten door ijzeren buisleuningen op een muurtje en een dito hek aan gemetste paaltjes. Halfopen bebouwing van vier bouwlagen onder platte daken. De hoge plint is bekleed met contrasterende rode vierkante tegels en zorgen voor een decoratief accent. De van afmetingen variërende rechthoekige vensters zijn voorzien van fijne metalen profielen.
Verhoogde, vrij gesloten begane grond met dienstruimten, boven een souterrain met garage. Houten garagepoort met bovenlichten voorzien van roedeverdeling en gestructureerd glas. Twee steektrappen met een buisleuning op de uithoeken van de voorgevel leiden naar een bordes met de voordeur en naar de ingang van het dienstgedeelte. Een horizontaal vensterregister verbindt beide deuren. De rechthoekige voordeur is voorzien van een beglaasd paneel met ijzerwerk. De uitspringende rechthoekige erker erboven fungeert als luifel boven de voordeur. De woonvertrekken zien uit op de tuin op de zuidzijde van het huis. De woonkamer in een uitspringend volume met een gevelbrede en gevelhoge beglazing wordt gedragen door betonnen pijlers. Daarboven bevinden zich de slaapkamers in een meer gesloten volume met hoekramen. De vierde bouwlaag wordt gevormd door een gedeeltelijk overluifeld dakterras met buisleuning. De westelijke tuingevel wordt geaccentueerd door een gevelhoge uitspringende gesloten vierkante uitbouw van drie bouwlagen met een afgeronde zuidzijde, voorzien van twee omlopende vensterregisters.
Interieur
Kleine eenvoudige inkom, voorzien van een wandbekleding met verticale stroken en rode en groene tegels en eenvoudig vlakke deuren. Vanuit de inkom bereikt men de trappenhal-zitkamer. De houten trap heeft een mooie metalen buisleuning, de optreden zijn bekleed met groene tegeltjes; hogerop is er een volle houten leuning met eronder een vaste kast. Eetkamer en zitkamer worden gescheiden door een metalen tussenwand met glas in lood met geometrisch motief. De eetkamer heeft een houten kastenwand.
Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
BOONE L., Architectuurinventaris Zele. Overzicht architectuur in Zele, hoofdzakelijk 1900-1960 aangevuld met opmerkelijke realisaties uit andere periodes (onuitgegeven document), Zele, 2005-2006.
DE WINTER L., SMETS M. & VERDONCK A., Huib Hoste 1881-1957, Antwerpen, 2005, p. 158-159.
VAN DE VOORDE S. & DE MEYER R., "Beton in de Belgische architectuur" in : Open Monumentendag Vlaanderen 2008 – 20ste editie, "Maak kennis met de monumenten van de 20ste eeuw", s.l., 2008, p. 10-11.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)