Landhuis op de hoek met de Boulevard, volgens kadastergegevens circa 1860 gebouwd in opdracht van notaris Joseph Opsomer (1813-1891). Hij was een belangrijke notabele in Dentergem en had naast zijn notariaat tal van andere publieke functies. Zo was hij secretaris van het armenbestuur (1847-1860), gemeentesecretaris (1836-1860) en burgemeester (1861-1891). Daarnaast ook nog tussen 1848 en 1891 provincieraadslid voor het kanton Meulebeke en vanaf 1876 tot aan zijn dood ondervoorzitter van de West-Vlaamse provincieraad. Onder zijn dynamische leiding werden tal van wegen, zoals de Meulebekesteenweg, aangelegd. Hij liet scholen en een bejaardentehuis oprichten. Bij de aanleg in 1997 van een verkaveling ten zuiden van de Meulebekesteenweg werd een straat naar hem genoemd.
Het huis ligt in het oude gedeelte van de vroegere Pontbrouckstraat. Volgens kadastergegevens wordt circa 1876 in de tuin de kapel bijgebouwd. Circa 1899 wordt een koetshuis met stallingen toegevoegd, woonhuis en stallingen vormen dan een groot domein. Dit domein werd opgesplitst en het koetshuis is volgens kadastergegevens circa 1953 omgebouwd tot landelijke woning, zie huidige situatie.
De achterkant van het huis is recent verbouwd en uitgebreid.
Notariswoning, gelegen in een ruime tuin met fraai, smeedijzeren hekken aan de straatzijde. Aan de Boulevard wordt de tuin afgesloten door een lange bakstenen, blinde muur halverwege onderbroken door de kapel. Het eerste deel van de muur heeft bovenaan een tandlijst.
Statig bakstenen dubbelhuis van twee bouwlagen onder leien schilddak. Bepleisterde en witgeschilderde voorgevel van zes traveeën in neoclassicistische stijl boven een grijsgeschilderde plint. Horizontale geleding door gebruik van kordons en geprofileerde lijsten. Begane grond met imitatievoegen uitwaaierend boven de eenvoudige, rechthoekige muuropeningen. Vleugeldeur toegankelijk via een brede, arduinen buitentrap afgeboord met balustrades in baksteen en met een arduinen dekplaat. De vensters op de verdieping hebben een geprofileerde omlijsting en een gekarteld scherm voor de rolluiken. Bewaard schrijnwerk: op de begane grond met T-ramen, op de verdieping met grote roedeverdeling. Entablement met kroonlijst op klossen. Op de nok van het dak een smeedijzeren versiering en windvaan.
Sobere, witgeschilderde zijgevels. Recente aanpassingen aan de achtergevel met nieuwe aanbouw.
Interieur. Rijk versierd interieur in neoclassicistische stijl. Ruime hal bekleed met gemarmerd stucwerk, fraaie zwartmarmeren tegelvloer. Trappenhuis met houten slingertrap met gesculpteerde trappaal (beneden en boven). De gang geeft rechts uit op een bureau, rijk versierd met lijstwerk, stucwerk, rozet en marmeren schouw. Het bureau links is eenvoudiger uitgewerkt. Aansluitende kamer met verfijnde beschildering op plafond, deuren en lambrisering.
De neogotische kapel dateert van circa 1876 en wordt niet meer als bidruimte gebruikt. Rode baksteenbouw onder leien zadeldak en met witgeschilderde zijgevels. Driezijdige apsis.
De voorgevel, geflankeerd door verjongende, overhoekse steunberen, geeft uit op de Boulevard en was van hieruit toegankelijk, de segmentboogdeur is dichtgemetseld. Gebruik van witsteen bij de steunberen, geblokte deur- en vensteromlijsting en versierende lijst onder de dakrand. Daarboven steekt een tweelicht met driepasbogen en driepas gevat in een spitsboogomlijsting. De puntgevel is afgewerkt met arduinen dekplaten en wordt bekroond door een arduinen kruis.
Beide witgeschilderde zijgevels zijn opengewerkt met twee geprofileerde rondboogvensters waarin nog fraaie, gedeeltelijk bewaarde glasramen. Verjongende steunberen op de hoeken van de apsis.
Ruime tuin onder meer met beuken en een monumentale plataan aan de straatkant.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Dentergem, 1860/1, 1876/15, 1899/10.
- BEKAERT E., De roede van Tielt. Als straten gaan...praten, 2005, p. 26.