erfgoedobject

Heilige Martinuskerk

bouwkundig element
ID
84479
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84479

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Heilige Martinuskerk
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Heilige Martinuskerk
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Parochiekerk gelegen langs oude arm van de Leie met bijhorend kerkhof, omgeven door een bakstenen kerkhofmuur met smeedijzeren hekwerk. Georiënteerde driebeukige kerk, aan drie zijden omgeven door een rechthoekig kerkhof. In het westen, noorden en oosten is het kerkhof omgeven door smeedijzeren hek op bakstenen muurtjes, met dekstenen in Doornikse kalksteen, en gevat tussen bakstenen pijlers met arduinen dekstenen; het geheel op een arduinen plint. Aan de zuidzijde is het kerkhof afgesloten door een hogere bakstenen muur, vermoedelijk in de jaren 1980 opgetrokken. Stenen kruisen en grafmonumenten voornamelijk van plaatselijke bekende families en vooraanstaanden. Ten noorden, ten oosten en ten zuiden van kerk: drie identieke pijlerkapellen in neogotische stijl, verschillende fasen in het lijden van de Heilige Apollonia voorstellend (baksteenbouw op plint in baksteen met versnijding in arduin; tevens gebruik van arduin voor schouderstukken, onderdorpel en sluitsteen van beeldnis, kruis op geveltop en afdekking van tuitgevel; bedaking in leisteen). Elke kapel voorzien van bas-reliëf (plaaster?) achter glas met onderschrift uitgevoerd door "G. V.D. MOORTELE" (zie opschrift noordelijke kapel). In de zuidoostelijk hoek van het kerkhof bevindt zich een kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Halle. Binnen de kerkhofmuur bevindt zich een gedenksteen voor de oorlogsslachtoffers, gevallen op 28 Mei 1940. Brede rechthoekige wand uit hardsteen met vierkante pilasters. Middendeel bovenaan rond met vlakke uiteinden, zijdelen schuin aflopen en begrensd door hardstenen paaltjes. Bovenaan betonnen kruis met hoofd van Christus. Rechthoekige natuurstenen tekstplaat.

Historiek

Mogelijk is de oorsprong van de Oeselgemse parochie terug te leiden tot het einde van de Karolingische tijd. In die periode worden veel parochies gesticht door de Sint-Bertinus en Sint-Baafsabdij op grondgebied van het huidige bisdom Brugge. Mogelijkerwijs vindt de parochie haar oorsprong in een koninklijk domein aan de Leie (zie Sint Martinus als patroonheilige). De parochie van Oeselgem komt voor het eerst voor in de prebendenregisters van 1362. De parochiekerk en de pastoor worden voor het eerst uitdrukkelijk vermeld in 1455. De huidige kerk dateert uit de eerste helft van de 18de eeuw. Tot dan stond er op dezelfde locatie een driebeukige gotische kerk met een vieringtoren. In 1692 was deze bestaande kerk in slechte staat, wat verergerde door de Spaanse successieoorlog en de Negenjarige oorlog. In 1695 wordt de kerk beroofd van al haar kerkschatten. In 1699 dringt men aan op reparatie van de kerk en in 1707 wordt een plan opgesteld waarbij de drie beuken onder één dak gebracht worden in het gedeelte ten westen van de vieringtoren. Het gedeelte ten oosten van de toren wordt ongemoeid gelaten. Dit plan wordt echter nooit uitgevoerd.

In 1720 wordt onder pastoor Petrus Jaille de gotische kerk vervangen door een nieuwe kerk, die op 20 oktober van hetzelfde jaar gewijd wordt door de Gentse bisschop P.E. Van der Noot. De oude kerk wordt niet volledig afgebroken: de toren blijft overeind, samen met een aantal stukken muur en gerecupereerde pijlers. De vieringtoren wordt in de nieuwe kerk een geveltoren. De twee meest westelijke traveeën van de oude kerk worden afgebroken, en de kerk wordt in het oosten verlengd met twee traveeën. De drie beuken blijven behouden, maar worden onder één dak gebracht.
In 1810 wordt een nieuw altaar geplaatst in empirestijl ter vervanging van het oude, vernielde altaar. Het exterieur van de kerk blijft onveranderd tot 1847. In dat jaar wordt de gotische toren afgebroken en de kerk naar het westen toe uitgebreid met twee traveeën. Een nieuwe toren en doopkapel worden opgericht in neogotische stijl. Binnenin wordt de rococostijl behouden: de eikenhouten lambrisering wordt doorgetrokken in de nieuwe traveeën.

Vlak voor de Eerste Wereldoorlog wordt de huidige kerkhofmuur opgericht ter vervanging van een oudere muur en haag. In het noorden, westen en oosten gaat het om een lage, bakstenen muur met smeedijzeren hekwerk. Aan de zuidzijde wordt, met het oog op de periodieke overstromingen van de Leie, een hoge bakstenen muur opgericht (thans verdwenen).

In 1918 loopt de kerk ernstige beschadigingen op bij de gevechten aan de Leie: obussen boren grote gaten in dak, toren en muren; glasramen vernield ten gevolge van dynamiteren van nabijgelegen brug over Leie; schade aan orgel, lambrisering en zij-altaren. Herstellingen worden uitgevoerd door aannemer Albéric Vande Kerckhove uit Ingelmunster, onder leiding van architect Henri Vanden Broucke. De vensteropeningen worden in 1919 door de gebroeders Canton uit Gent ingevuld met gewoon glas, dat later vervangen zal worden door kathedraalglas. In het koor worden twee gekleurde glasramen (heiligen Martinus en Apollonia) en twee glasramen, uitgevoerd in grisaille, geplaatst. De toren wordt hersteld, evenals de bedaking, die voorzien wordt van uilengaten voor de verluchting. In 1921 is het exterieur hersteld.

Herstellingen aan het interieur worden uitgevoerd door aannemer Jozef Wallaert uit Wakken. In 1923 wordt de lambrisering hersteld door beeldhouwer Gustaaf Delafontaine uit Wakken: de lambrisering tegen de zuidwand is in dergelijke mate beschadigd dat ze volledig vernieuwd wordt. In 1940 wordt de kerk opnieuw zwaar beschadigd bij gevechten aan de Leie. Bij de herstelling van het hoofdaltaar wordt het hout vervangen door marmer.

Beschrijving

Exterieur. De plattegrond ontvouwt: één middenbeuk en twee zijbeuken van vijf traveeën. Koor van één rechte travee met driezijdige afsluiting aan beide zijden geflankeerd door een sacristie.

Baksteenbouw verfraaid door het gebruik van natuursteen voor plint. Leien bedaking voorzien van uilengaten circa 1918. Vierkante westtoren bekroond met ingesnoerde naaldspits. Westgevel en toren in neogotische stijl (zie gebruik van spitsboog voor portaal, vensteropeningen, galmgaten en beeldnis boven inkomportaal). Gebruik van arduin in westgevel voor dekstenen van steunberen en schouderstukken. Gebruik van witte natuursteen voor sluitstenen van muuropeningen. Portaalomlijsting witbeschilderd met dubbele houten deur met sierlijk smeedwerk. Boven het portaal beeldnis met beeld van Heilige Rochus achter glas met sluitsteen met datering westgevel "1847". Toren voorzien van kroonlijst onder dakrand. Links van portaal beeldnis met beeld van gekruisigde Christus tegen gecementeerde achtergrond. Zowel oost- als westgevel voorzien van tuitgevel met arduinen afdekplaat. Koor onder afgescheiden bedaking met ijzeren kruis op nok. Segmentboogvormige muuropeningen met gecementeerde omlijstingen voorzien van oren en neuten met imitatievoegen. Onderdorpels en bovendorpels doorgetrokken door gecementeerde banden.

Interieur. Bepleisterd en witbeschilderd interieur in rococostijl. Middenbeuk overspannen door een tongewelf met gordelbogen, versierd met cassetten met figuratieve voorstellingen. Tussen de gordelbogen is het gewelf voorzien van panelen met lijstwerk in rococostijl. Scheibogen met rondboogvorm, eveneens voorzien van cassetten met figuratieve voorstellingen en ondersteund door ronde zuilen op achthoekige, arduinen basementen, met teerlingkapiteel voorzien van vierkante rozetten. Beide zijbeuken eveneens voorzien van tongewelven voorzien van gordelbogen en panelen in rococostijl. De kerk is gedateerd door gebeitelde en witgeschilderde opschriften in de basementen van twee zuilen: "ANNO" en "1720". Opmerkelijke eikenhouten lambrisering met pilasters met Corinthische kapitelen en panelen met sluitstenen in de vorm van rocailles. Zowel aan de noord- als aan de zuidzijde van het schip bevinden zich, aansluitend met de lambrisering, een biechtstoel in dezelfde stijl. De doopkapel bevindt zich aan de zuidzijde van de kerk. Het marmeren doopvont dateert uit 1847. Het smeedijzeren hek in rococostijl dat de doopkapel afsluit, dateert uit de eerste helft van de 20ste eeuw en is vervaardigd door Edmond Plettinck uit Tielt, naar een tekening van Delafontaine. Op het doksaal bevindt zich een orgel met orgelkast in rococostijl, naar verluidt vroeger gedateerd als het ware chronogram "LooV goD gheeL WeL Met ‘t orgeLspeL" (1765) en van de hand van Pieter en Jan De Rijckere uit Kortrijk.

Mobilair.
- Zijaltaar, zuid. Portiekaltaar gewijd aan de H. Martinus van Tours en de Heilige Apollonia, midden 18de eeuw, hout met marmerschildering.
- Zijaltaar, noord. Portiekaltaar, toegewijd aan O.-L.-Vrouw, midden 18de eeuw, hout met marmerschildering.
- Hoofdaltaar in Empirestijl uit het begin van de 19de eeuw, uit marmer en gemarmerd hout.
- Biechtstoel (noord) uit het tweede kwart van de 18de eeuw, uitgevoerd in eik, met cartouche met afbeelding van Maria Magdalena boven middenvak.
- Biechtstoel (zuid) uit het tweede kwart van de 18de eeuw, uitgevoerd in eik, met cartouche van Petrus boven middenvak.

  • BOSSU J., De pastoors van Oeselgem, in De Roede van Tielt, jg. 23, 1992, nr. 3, p. 112-113.
  • BOSSU J., Herstelling van Oeselgems kerk na de oorlog 1914 – 1918, in De Roede van Tielt, jg. 21, 1990, nr. 3, p. 162-179.
  • BOSSU J., Petrus Jaille, pastoor van Oeselgem (1692-1728), kerkbouwer en jansenist, in De Roede van Tielt, jg. 20, 1989, nr. 2, p. 46-100.
  • JACOBS M., Zij die vielen als helden...Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge 1996, p. 282-283.
  • Kerken in West-Vlaanderen, deel 1, parochiekerken decanaten Izegem, Lichtervelde, Roeselare, Staden, Tielt, Torhout, Roeselare, 1991, p. 111-113.
  • VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, provincie West-Vlaanderen, kanton Oostrozebeke, Brussel, 1977, p. 24-25.

Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Dentergem, Deelgemeenten Markegem, Oeselgem en Wakken, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL32, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Orgel

De bouwer van het oorspronkelijke orgel is onbekend (het is niet uit te sluiten dat het een werk betreft van de gebr. De Rijckere uit Kortrijk); het bouwjaar was 1765. In het midden van de 19de eeuw zijn renovatiewerken geschied, mogelijks door orgelmaker Ch.-L. van Houtte (Waregem). Ergens tussen 1900 en 1911 werden werken uitgevoerd door François Joris (Ronse). Door de beschieting van de kerk in oktober 1918 liep het orgel averij op. Oscar Anneessens (Kortrijk) voerde een voorlopige herstelling uit in 1919; verdere herstellingen maar tevens wijzigingen, door dezelfde, hadden plaats in 1924-25. In mei 1940 werd het instrument opnieuw erg beschadigd door oorlogsfeiten; in 1941 weer hersteld door Oscar Anneessens. Ook in 1953 werden nog werken uitgevoerd (uitvoerder onbekend). In 1984-1987 werd het instrument totaal gerenoveerd door Jean Bruggeman (Moeskroen).

Auteurs: Roose, Patrick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heilige Martinuskerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84479 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.