is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Petrus en Sint-Catharina met kerkhof
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Petrus en Sint-Catharina
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dorpskom Wakken
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskom Wakken
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Petrus en Catharinakerk
Deze vaststelling was geldig van tot
Laatclassicistische parochiekerk, gebouwd in 1790-1794 naar ontwerp van architect Colin, ter vervanging van een romaanse kerk met achtzijdige toren op dezelfde locatie. Niet-georiënteerde kerk, waarvan het portaal in de as van de tegenoverliggende Kasteeldreef en kasteel ligt. Aan drie zijden omringd door het kerkhof, achteraan met uitzicht op de Mandelvallei. Gelegen aan de zuidoostelijke hoek van het driehoekige dorpsplein, aan de hoofdweg richting Tielt enerzijds en richting Deinze anderzijds.
Een eerste vermelding van de parochie "Wacken", daterend uit 791, is terug te vinden in de Sint-Pietersabdij te Gent. Rond 850 wordt er gewag gemaakt van de schenking van onder meer een kerk, gelegen in Wakken, aan de Sint-Pietersabdij, door een zekere Gontbertus en zijn vrouw Thiadwara. Bij het ontstaan van de parochie, behoort Wakken tot het bisdom Noyon-Doornik, na opsplitsing van het bisdom in 1146, komt Wakken onder beheer van Doornik. Door een verdere onderverdeling van het bisdom, in het begin van de 13de eeuw, valt Wakken onder de bevoegdheid van de dekenij Roeselare, behorende tot het aartsdiakonaat Gent. Vanaf 1559 wordt dit het bisdom Gent, dekenij Tielt, en vanaf 1803, bisdom Brugge.
De oudste kerk op deze locatie is een merkwaardige, georiënteerde romaanse kerk, met achtkantige toren, te zien op een gravure uit Sanderus' Flandria Illustrata (1641-1644). Deze kerk doorstaat de woelige 17de eeuw niet zonder kleerscheuren. In 1690 is er sprake van de verwoesting van de kerk door de Fransen, zodat het hoogkoor dient hersteld te worden en de grote klok hergoten. In 1695-1696 ondergaat de kerk plunderingen door de Fransen als gevolg van de Negenjarige Oorlog. Na de Vrede van Utrecht in 1713 kent de kerk een relatief rustige periode, het romaanse gebouw echter geraakt stilaan in verval. Vanaf 1739 wordt de slechte toestand van de kerk hoe langer hoe meer aangekaart, herstellingen dringen zich op. Een eerste reeks reparaties uitgevoerd in 1747, 1749 en 1754, betreffen het dak, de goten en de stenen kuip van de toren. Vanaf 1767 volgen werken aan het orgel, wordt het doksaal vergroot en legt men een nieuwe vloer. In de daaropvolgende jaren beperkt men zich tot kleinere herstellingen, maar zonder veel gevolg, want het verslag van de decanale visitatie uit 1779 waarschuwt voor instortingsgevaar in verband met de toren. Vanaf 1782 is de toestand dermate erg dat graaf de Maldeghem aandringt op herbouw van de kerk. Het duurt echter tot 1787 tot de Sint-Pietersabdij bouwmeester Van Hastel aanstelt voor de inspectie van de kerk en architect Colin voor het opmaken van de plannen. In 1788 en 1789 begint de afbraak en wordt nieuw bouwmateriaal aangebracht.
In 1790 start de bouw. Getuige hiervan zijn de gevelstenen links van het inkomportaal, met de namen van de beschermheren. De wijdingsdatum is niet gekend. De nieuwe kerk kan echter de komende problemen van de parochie niet verhinderen. De Franse overheersing zorgt voor een klimaat van onverdraagzaamheid tegenover het katholicisme, kerkelijke goederen worden geconfisqueerd en verbeurd verklaard. In Wakken verdwijnen het kruis en de klokken van de klokkentoren. Vanaf 1801 zorgt het Concordaat van Napoleon voor een mildere houding van de Franse overheerser tegenover de katholieke godsdienst. De staat blijft evenwel een grote invloed uitoefenen op het kerkelijk leven.
Weinig 19de-eeuwse bronnen over de kerk zijn bewaard. Vermoedelijk is tijdens het verhuizen van de pastorie veel verloren gegaan. Naar verluidt wijst een chronogram erop dat de kerk pas in 1839 gewijd zou zijn: "FRANCISCUS RENATUS BOUSSEN PRAESUL BRUGENSIS CONSECRAT ECCLESIAM IN WACCKEN". Het interieur van de kerk, dat onder de Franse bezetting nog nauwelijks was gebruikt is grotendeels 19de-eeuws. De graven van Maldeghem zijn milde schenkers van heel wat van de ornamenten en bemeubeling, onder meer twee altaarstukken uit Brussel (1845-1848), een nieuw orgel (1852) en het schilderij 'De onthoofding van de Heilige Catharina' van Rowijs uit Brussel (1862).
De kerk loopt tijdens beide wereldoorlogen beschadigingen op. Eerst tijdens de terugtrekking van de Duitse bezetter in 1918 (onder meer aan het dak, sacristie en interieur). In 1923 krijgt het interieur een beschildering, in 1931 wordt een nieuw altaar van de Heilige Catharina opgericht en in 1936 ondergaat de kerk een grote onderhoudsbeurt, met onder meer het leggen van een nieuwe vloer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog krijgt de kerk het erger te verduren: beschietingen op 26 mei 1940 zorgen voor ernstige schade aan dak en kerktoren. De herstelling is in 1942 al een feit. Eerst worden in 1945 nog de glasramen van het Heilige Petrus en het Heilig Hart aangepakt, maar de echte restauratie van de kerk begint pas in 1950-51. Achter het schilderij van het Onze-Lieve-Vrouw–altaar ontdekt men een schilderij van Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart. In 1963 aanbrengen van centrale verwarming, en vervangen van vijf kerkvensters (drie in het koor en twee nabij het doopvont). Kroonluchters en de rode tapijten dateren uit 1973 en de houten trede in het koor uit 1977.
Exterieur. Aan de rand van de Mandelvallei gelegen parochiekerk (gedateerd 1790 door middel van jaarsteen. Gebouwd op de plaats van een georiënteerde romaanse kerk met achtzijdige toren waarvan de ingang zich in tegenstelling tot de huidige in het westen bevond.
De kerk zelf is opgetrokken in rode baksteen, gebruik van Balegemse kalkzandsteen voor de hoekkettingen, steigergaten en kroonlijst en Doornikse kalksteen voor de sokkel. Bedaking voorzien van leien.
Niet-georiënteerde laatclassicistische kerk van 1790-1794. De plattegrond ontvouwt een driebeukig schip van zeven traveeën met ingebouwde vierkante geveltoren en zijbeuken onder zadeldaken. Koor met halfronde apsis en aan weerszijden een vierkante sacristie met afgewolfd zadeldak. De inkom van de kerk bevindt zich in de noordoostelijke gevel. Rondbogig kerkportaal gevat in een zandstenen omlijsting met dito pilasters en hoofdgestel. Erboven een driehoekig fronton rustend op twee Dorische zuilen. Timpaan met bas-reliëf met een voorstelling van het Lam Gods. Boven het portaal een segmentboogvenster met grote roedeverdeling en drie ronde oculi in de topgevel. Naast het kerkportaal bevinden zich een aantal gevelstenen met opschrift, tijdens het opknappen teruggevonden in 1902 door Jules Opsomer, schilder, en Josef Wallaert, metser. Deze stichtingsstenen vermelden bouwjaar en beschermheren van de kerk. Links van het kerkportaal bevindt zich een koperen bas-reliëf met een afbeelding van Hugo Verriest, pastoor te Wakken van 1888 tot 1895. Vierkante, roodbakstenen geveltoren, onder leien tentdak. Aan de vier zijden bevinden zich twee rondbogige galmgaten, met daarboven een uurwerk. De kerk wordt in de zijbeuken verlicht door segmentboogvormige vensters en rondboogvormige in het koor. Gecementeerde omlijstingen en natuurstenen dorpels.
Interieur. Bepleisterd en beschilderd interieur met koepelgewelven in alle beuken, ronde scheibogenarcade opgevangen door Dorische zuilen met marmerimitatieschildering, op achthoekige marmeren sokkel. De gordelbogen rusten op consoles versierd met engelenhoofdje en florale motieven in stucwerk. In de zijbeuken zijn de muren geritmeerd door Ionische pilasters met eierlijsten en laurierfestoenen. De eikenhouten lambrisering in laatclassicistische stijl met Ionische pilasters is gedeeltelijk bewaard. Het koor heeft een straalgewelf, ondersteund door Ionische pilasters met eierlijsten en laurierfestoenen. Onder elk raam een opgeschilderde spreuk gevat in lijstwerk en versierd met festoenen. Cartouches met afbeeldingen van Het Lam Gods en een pelikaan. Glasramen met afbeelding van de Heilige Petrus en de Heilige Catharina.
Het orgel bevindt zich boven het portaal van de kerk en is gevat in een orgelkast in laatclassicistische stijl. Boven het orgel het opschrift 'LAUDATE DOMINUM IN CHORDIS ET ORGANE'. Onder het orgel en boven het inkomportaal bevindt zich een jachttrofee met festoenen met eikenbladeren, opgehangen aan een strikmotief. De kerkvloer is uitgewerkt in natuursteen van Basècles.
Mobilair. Het merendeel van het mobilair stamt uit de 19de eeuw en zijn schenkingen van de grafelijke familie de Maldeghem. Biechtstoel, met in het middenvak het 'Oog Gods' in een driehoek (midden 18de eeuw). Deze werd in 1903 van een verflaag ontdaan, waardoor het eikenhout heden ten dage zichtbaar is. Biechtstoel in eikenhout uit het begin van de 19de eeuw. Preekstoel. Beeld van de Heilige Catharina van Alexandrië onder de kuip in plaaster met beschildering in eikimitatie. Trap met trappalen bekroond met urnen en traphek met vegetale motieven en rolwerk. Op de kuip symbolische voorstellingen van de vier evangelisten en een buste van de Heilige Petrus. Achthoekig klankbord in de vorm van een baldakijn, ondersteund door draperieën. Stamt deels uit de eerste helft van de 18de eeuw, deels uit de 19de eeuw. Schilderij op doek 'Marteling van de Heilige Catharina van Alexandrië' van J. Rowys, getekend en gedateerd, 1860. Schilderij op doek 'Heilige Margareta van Cortona' door S. Vallaeys, getekend en gedateerd, 1898. Schilderij op doek, 'Onze-Lieve-Vrouw schenkt de Rozenkrans aan de Heilige Dominicus Guzman' door Eugeen Van Maldeghem uit Dentergem, getekend en gedateerd, 1845. Schilderij op doek 'Heilige Catharina van Alexandrië', gedateerd 1671. Schilderij op doek 'De boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria', niet getekend en niet gedateerd, 19de eeuw (?).
Koorgestoelte in mahonie uit het begin van de 19de eeuw. Beeldengroep in eik uit het einde van de 15de eeuw, Sint-Anna-ten-Drieën. Beeld deels in gepolychromeerd hout, deels in hout belegd met zilver en deels in verguld zilver, uit 1661 dat Onze-Lieve-Vrouw met kind voorstelt, op een sokkel met een wolken- en stralenkrans rond het hoofd. Onderaan op de sokkel bevond zich een niet-geïdentificeerd wapenschild. Glasramen, vier gebrandschilderde glasramen in het koor zijn in 1903 gemaakt en geleverd door Josef Casier, venstermaker en glasschilder uit Gent. Twee hiervan zijn non-figuratief, met een boord van vegetale en bloemmotieven, één stelt de Heilige Catharina van Alexandrië voor en op een laatste wordt de Heilige Petrus afgebeeld. Orgel, geplaatst in 1852 en verbeterd in 1868. In 1906 hersteld door G. Delmotte en zonen uit Doornik. In 1929 werd een nieuwe blaasbalg geplaatst en in 1933 en in 1949 werd het orgel nogmaals hersteld door Oscar Anneessens uit Kortrijk.
Aan weerszijden van de kerk bevinden zich gietijzeren hekkens, telkens gevat tussen twee vierkante pijlers in wit- en zwartbeschilderd baksteenmetselwerk, met dekplaten in Doornikse kalksteen. Deze bieden toegang tot het omringende kerkhof, dat uitzicht biedt op de achterliggende, lagere Mandelvallei. Tegen de noordwestelijke gevel een kruisbeeld onder baldakijn gedragen door samengestelde zuilen, met daaronder de begraafplaats van de plaatselijke pastoors.
Het kerkhof zelf is aangelegd met rode grint, met een wandelpad in cementtegels. De oudste graven bevinden zich tegen de kerk. Rondom de kerk, in het noordwesten, het zuidwesten en het zuidoosten, bevinden zich drie bakstenen pijlerkapellen, gewijd aan de Heilige Catharina, met segmentboogvormige, beglaasde beeldnis met bas-reliëf. Recentere en lager gelegen uitbreiding van het kerkhof, van het oudste gedeelte afgescheiden door een bakstenen muur. Helemaal achteraan een weide met columbarium. Daarvoor een calvarie met houten kruisbeeld en links en rechts beelden van Johannes de Doper en Maria. Ten zuiden van de kerk, aanleunend tegen de kerkhofmuur, bevindt zich de oude pastorie.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Dentergem, Deelgemeenten Markegem, Oeselgem en Wakken, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL32, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De kerk met omringend, ommuurd kerkhof staat aangeduid op de Ferrariskaart van 1771-1778. De Atlas der buurtwegen bevestigt die situatie. Na de Tweede Wereldoorlog en in de jaren 1980 werd het kerkhof meermaals ten zuidoosten uitgebreid.
Deels ommuurd kerkhof, ten oosten van de weg afgesloten met een gietijzeren hekken aan zwart-wit-geschilderde bakstenen hekpijlers met een hardstenen bedekking. Ter hoogte van de noordelijke toegang staat tegen de kerkgevel een overluifelde calvarie, steunend op een klassieke opbouw van basement en Dorische pilasters en zuilen en afgedekt met een leien schilddak. De calvarie doet dienst als grafteken.
Op het kerkhof bleef een overzicht van de funeraire vormgeving bewaard van 19de tot eind 20ste eeuw. Langsheen de muren van het schip staan voornamelijk hardstenen laat 19de-eeuwse en vroeg 20ste-eeuwse eclectische kruisvormige stèles in combinatie met verhoogde zerken. Sommige kruisen zijn uitgevoerd als boomstamkruis en tekstplaten werden uitgevoerd in marmer. Ter hoogte van het koor staan stèles met zerken uit het interbellum. Ze zijn uitgevoerd in sobere art deco en modernisme. Applicaties zijn er eerder beperkt. Marmeren graftekens uit de jaren 1960-1960 wijzen op het veranderende materiaalgebruik in die periode.
Tot de opvallendste graftekens behoort het grafteken voor Hassan Ben (+1974) met Arabisch opschrift, gelegen op het kinderperkje ter hoogte van het koor. Verder valt het art-deco-grafteken uit 1946(?) voor de familie Constant-Dewever-Desrousseaux met zijn bronzen sculpturen op. Het grafteken kenmerkt zich door een volumespel van hardstenen blokken die samen de grondplaat, verhoogde zerk en stèle vormen. De stèle bestaat uit een centraal, hoger uitgewerkt deel met een kruis waarop een gekruisigde Christus hangt, geflankeerd door twee tekstplaten onder een verspringende kroonlijst en afgewerkt met staande bronzen engelen die een zwaard in de hand houden.
Het kerkhof werd bezocht in 2017.
Een voormalig orgel, mogelijks daterend van bij de bouw van de kerk, en waarvan de auteur niet bekend is (De Rijckere uit Kortrijk?), werd in 1852 door Ch.-L. van Houtte overgebracht naar de parochiekerk van Gijzelbrechtegem. De orgelkast (hoofdzakelijk een instrument van Van Houtte bevattend) is aldaar bewaard gebleven. In Wakken zelf werd in 1852 een nieuw orgel gebouwd door Ch.-L. van Houtte (Waregem). In 1906 werd het instrument omgebouwd en uitgebreid door Th. Delmotte & zoon (Doornik). Het onderging een revisie door J. Anneessens & zoon (Menen), in 1948. Wijzigingen werden andermaal toegebracht door J. Bruggeman (Marke), in 1997.
Is deel van
Dorpskom Wakken
Is deel van
Wapenplaats
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Petrus en Sint-Catharina met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84630 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.