Voormalige hoeve waarvan het achterin gelegen boerenhuis al aangegeven is op het kadasterplan van 1810 en mogelijk nog opklimmend tot eind 18de eeuw. Verankerde bakstenen woning van vier traveeën. Volgens verschillen in het metselwerk en sporen van lagere puntgevel met vlechtingen in de linker zijgevel oorspronkelijk van één bouwlaag en heden anderhalve bouwlaag onder zadeldak (cementpannen). Gecementeerde en grijs geschilderde erfgevel met schijnvoegen en voordeur onder houten latei; rechthoekige vensters met bewaarde duimen en luikklemmen. Kleine bovenvensters onder de getrapte daklijst. Achtergevel met aangepaste vensters en armwaterpomp.

Behouden structuur met opkamer boven gewelfde kelder met stenen keldertrap, steile zoldertrap met twee gemetste treden, centrale gang; zichtbare samengestelde balkenlaag in de woonkamer. Kelder- en opkamerdeur aan hengsels. Deels behouden dakgebint met drie spanten met telmerken en tappen. Benedenvloeren in granito uit de jaren 1930.

Rechts in T-vorm aangebouwde stallen; aansluitend op het voorerf garage met open loods naar verluidt bijgebouwd in 1956. In de straatpuntgevel uitgespaarde rondboogvormige beglaasde muurnis met beeld van gekroonde Onze-Lieve-Vrouw met Kind (vervangt naar verluidt een vroeger Sint-Aldegondebeeld.

Voorerf afgesloten door een hulst- en ligusterhaag en één behouden oude hekpijler. Laag vrijstaand bakhuis met houten bebording in de voorgeveltop.