Café zogenaamd "'t Veerhuis". Voormalige herberg en veerhuis, woning van de veerman van “Appels Veer”gelegen naast het Scheldeveer en met de rugzijde tegen de Scheldedijk aanliggend. In de "Ommelooper ende Terrier ofte Land en caerteboek der Prochie van Berlaere" van 1773-1786 aangegeven als hofstede van Leonardus De Graeve aan de "kele" of het kil van Appels Veer, schuin liggend tegenover de herberg genaamd St. Marten, eveneens toenmalig bezit van Leonardus De Graeve. Volgens kadastergegevens begin 20ste eeuw aangepast en toen ook verhoogd met een verdieping (zie oude prentkaarten). Heden horende bij Taverne "De Waterhoek" (nummer 23).

Alleenstaande woning van vier traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak, met links en rechts aanpalende lagere aanbouwen. Opgetrokken uit baksteen op een gepikte plint. Gewitte begane grond onder recent bijgevoegd afdak (pannen); sporen van een lage korfboogdeur in de rechter travee. Lagere bovenverdieping met lange ankers en gepleisterde band onder de hanggoot. Rechthoekige vensters met luiken en nieuw schrijnwerk. Voordeur achter toegevoegde portiek met pannen afdak in de tweede travee. Rechthoekige deur met bloemmotief in fraai getraceerd deurlicht.

Interieur bewaart huiskelder met tongewelf en stenen keldertrap met kwartslag. Huidige gelagzaal bezit op de begane grond een grote Vlaamse haard met ingebouwd ovendeurtje, samengestelde balkenlaag.