erfgoedobject

Landhuis en hoeve 't Toreken

bouwkundig element
ID
84784
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84784

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

"Het Toreken", voorheen kasteel "De Boonpot". Het torentje aangebouwd bij de woning is beschermd als monument bij Koninklijk Besluit van 19 april 1955. Voorheen complex van gebouwen gelegen op een omgrachte site binnen een bocht van de Bootdijk nabij de Schelde, heden omheind met muur aan de straatkant en ten zuiden restant van walgracht, poorttoegang ten westen. De oude bijgebouwen zijn verdwenen. De naam Boonpot zou verwijzen naar de zetel of het hoofd (pota) van een ban of boon van het heerlijke rechtsgebied Moerzeke aan de Schelde (zie ook straatnota).

De omgrachte adellijke verblijfplaats en 'Hof van Plaisance' genaamd De Boonpot zou volgens de litteratuur al bestaan hebben in de 15de eeuw. De eerste gekende bewoner is Jan Happaert, schepen en opperkerkmeester van Antwerpen, door keizer Karel in 1545 tot ridder geslagen. Op de figuratieve kaart van Moerzeke van 1571 getekend door P. de Buck en F. Horenbault is het goed weergegeven als een kasteeltje met toren op een omgracht domein met toegangspoort en de naam van de eigenaar Joos Sanders. In de 17de eeuw verwierf Paulus Alexander de Weynssone het goed. De verkoopakte van 1655 vermeldt het kasteeltje als "signoriale huysstede ende erfve mette wallen ende dyck daermedegaende … genaamt de Boonpot". Hij restaureerde en verfraaide het kasteeltje en richtte er een bidplaats in. Sporen van de huiskapel met muurschilderingen waren zeker tot midden 20ste eeuw nog zichtbaar in het huis. Na zijn derde huwelijk in 1675, met Caroline de Lalaing, liet hij in een wapenschild boven de poort van het domein hun gezamenlijk wapen aanbrengen. De heerlijke verblijfplaats "Boonpot" werd in 1736 aangekocht door Jacobus van Bogaert, die in de windvaan op het torentje zijn wapen liet aanbrengen. Volgens het landboek van Moerzeke van 1772-1782 was het hof "den boonpot" in 1773 bewoond en eigendom van de weduwe van Jacobus van Bogaert. De site is er cartografisch voorgesteld omgeven door zijn walgrachten, met toegangspoort en vier gebouwen opgesteld in een rechthoek. Op de Ferrariskaart (1771-1778) is de omgrachte site aangeduid als C(ampagne) Boonpot. Op 19de-eeuwse cartografische bronnen aangegeven als hoeve "Het Torentje". In de 19de eeuw en tot de jaren 1930 was het goed in gebruik als hoeve. In 1857 kreeg Paul van Bogaert een vergunning tot het oprichten van een stijfselfabriek in de toenmalige hoevegebouwen. Midden 20ste eeuw was de hoeve door huwelijksband met Maria van Bogaert in bezit gekomen van de familie Lemmens. De oude bijgebouwen van de hoeve zijn intussen verdwenen en de woning werd deels herbouwd.

Beschrijving

Herstelde en licht aangepaste toegangspoort van het type hoevepoort (17de eeuw ?), oorspronkelijk vrijstaand, nadien geflankeerd door hoevegebouwen (19de-20ste eeuw) en nu tussen aansluitende bakstenen tuinmuren aan de straatzijde. Opgetrokken van baksteen met gebruik van zandsteen in de plint, voor de speklagen en de poortomlijsting. De oorspronkelijk getoogde gevelafwerking verdween bij een storm in 1952 en zou een zandstenen wapenschild vertoond hebben van de familie van Bogaert. De brede tudorboogvormige poortopening is gevat in een omlijsting van Ledische zandsteen met een geprofileerde dagkant. Aan weerszij van de doorgang zijn openingen aangebracht met het voorkomen van een schietgat.

Woonhuis met naar het noordwesten gerichte voorgevel van zes traveeën breed en twee bouwlagen onder nieuw zadeldak (pannen), met links aanleunend torentje. Er zijn voorlopig weinig precieze gegevens voorhanden in verband met de eigenlijke oprichting van het kasteeltje en latere bouwevolutie. In 1998 werd de woning zelf grondig gerenoveerd met wijziging van het volume aan de achterzijde. Dakconstructie, achtergevel en rechter zijgevel evenals het interieur van het woonhuis werden daarbij grotendeels vernieuwd. Volgens het landboek van Moerzeke (1772-1782) bestond toen al een langwerpig gebouw ter hoogte van dit huis. De verankerde bakstenen voorgevel vertoont sporen zoals bouwnaden die duidelijk aantonen dat de woning herhaaldelijk werd gewijzigd. De drie linker traveeën met gewelfde kelder en verhoogde begane klimmen minstens op tot de eerste helft van de 18de eeuw. De benedenverdieping vertoont namelijk zandstenen speklagen, in aansluiting met die van de onderbouw van het torentje, in zandstenen gevatte getraliede keldervensters met druiplijst, fraaie lelieankers met krul op de eerste verdieping. In de 19de eeuw gewijzigde vensteropeningen met houten latei, waarvan de zandstenen negblokken werden uitgenomen. Eén centraal bovenvenster dat volgens sporen in het metselwerk misschien teruggaat op een vroeger dakvenster van een aanvankelijk lagere woning. Bovenverdieping van de drie linker traveeën onder dakoverstek met dakzool op uitgesneden consoles. Bepleisterde plint met links een buitenkeldertrap met luik. In de bepleisterde linker zijpuntgevel bleef een zoldervenster bewaard met zandstenen kloosterkozijn. Drie rechter traveeën met jonger voorkomen waarbij de rechthoekige hardstenen deuromlijsting op neuten en met getand kroonlijstje evenals de getande bepleisterde daklijst die voorgevelhelft aflijnt, wijzen op een ingreep uit de eerste helft van de 19de eeuw. Rechts van de voordeur een eenvoudige ijzeren voetschraper. De lage aanbouw rechts van de woning werd bij de renovatie door een nieuwe constructie vervangen.

Het links bij het huis aanleunende hoge torentje zou als oudste onderdeel van de constructie kunnen opklimmen tot de 16de eeuw of 17de eeuw, waarschijnlijk met enige jongere aanpassingen. Opmerkelijke constructie opgetrokken in traditionele bak- en zandsteen met vele speklagen en markerende hoekblokken. Vijf bouwlagen hoog met vierkante onderbouw en octogonale bovenbouw onder klokdak (leien), bekroond met windvaan waarin voorstelling van de drie torentjes van het wapen van Jacobus van Bogaert. Voorgevel met rechthoekige deur, voorafgegaan door stenen trap met vier treden; tussendorpel op consoles en bolkozijn met diefijzers als bovenlicht. Erboven, op de tweede bouwlaag, een kloosterkozijn omlijst met zandstenen negblokken, afgesloten met luik voorzien van vier vlieggaten voor duiven. Achtzijdige bovenbouw van drie geledingen aangegeven door zandstenen waterlijsten. De twee hoogste bouwlagen zijn voorzien van steigergaten. De bovenste bouwlaag overkraagt op een sterk geprofileerde zandstenen kroonlijst en vertoont aan vier zijden muuropeningen met luiken. In de linker zijgevel zijn sporen van gedichte muuropeningen.

Interieur

In het oudste woonhuisgedeelte, een tweedelige gedrukt gewelfde kelder. Ruime opkamer daarboven met vernieuwde zoldering bewaart twee moerbalken op slof en een uiteinde met voluutmotief en rondstaaf, op zandstenen consoles met telkens twee gepolychromeerde wapenschildjes. Torentje met houten spiltrap en gedichte verbindingsdeuren met de woning in zandstenen omlijstingen.

  • Gemeentearchief Hamme, "Ommelooper ende terrier ofte land ende caerteboek der prochie van Moeseke" (1772-1782).
  • Rijksarchief Gent, Fonds kaarten en plans, nummer 486; Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, 1850-1870, nummer 1493.
  • Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Afdeling Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
  • DE BARY C., Etude généalogique sur la famille van Bogaert du Brabant et des Flandres, Oude God, 1937, p. 349-358.
  • DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen, Reeks IV, deel 2, Gent, 1890.
  • DEPRAET S., Duiventorens in Oost-Vlaanderen, (Oost-Vlaamse Zanten, nummers 3-4, 1966, p. 199-200).
  • Moerzeke en Kastel. Een kijk in het verleden aan de hand van oude foto’s en prentkaarten, Moerzeke, s.d., p. 44-47.
  • VAN DE MAELE C., Uit de Geschiedenis van Moerzeke, (Eigen Schoon en De Brabander, XII, 1929-1930, p. 266-267).

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis en hoeve 't Toreken [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84784 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.