In 1628 werd een verder weg van de kerk gelegen oudere "priesteragie" aan de Sint-Martensommegangstraat verlaten en werd de pastorie ondergebracht in het oude huis De Valk op de noordhoek van het dorps- en kerkplein tegenover de parochiekerk, daartoe aangekocht door de parochie. Midden 18de eeuw door de toenmalige pastoor P.F. Versterre (1748-1760) voor eigen rekening herbouwd. De huidige pastorie werd op de plaats van deze voorgaande gebouwd in 1840. Aanvankelijk (1838) bestonden er plannen om de bestaande pastorie van één bouwlaag met hoog mansardedak te vergroten, maar uiteindelijk werd beslist de oude volledig af te breken en door een nieuwe te vervangen. De aanbesteding van de nieuwe pastorie vond plaats op 1 augustus 1839. De bouw, vermoedelijk onder leiding van architect De Pauw, werd toevertrouwd aan de timmerman Charles Joos en aannemer Petrus De Strooper uit Hamme. Er zou genoteerd zijn dat op 16 maart 1840 de eerstesteenlegging plaats vond. In 1886 gekadastreerde vergroting van de pastorie.
Het pand telt zeven traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (pannen). Bepleisterde en witgeschilderde voorgevel. Lijstgevel met dubbelhuisopstand, horizontaal geaccentueerd door grijs geschilderde plint, puilijstje, doorgetrokken arduinen dorpels van bovenvensters en hoofdgestel. Rechthoekige vensters met nieuw houten schrijnwerk, op de begane grond voorzien van persiennes. Centrale rechthoekige deur in geprofileerde arduinen omlijsting op neuten en met kroonlijst. Vroeger beraapte achtergevel, thans eenvoudige bakstenen lijstgevel met rechthoekige muuropeningen.
Het interieur bezit een traditionele opbouw met centrale gang met trappenhuis aan de tuinzijde. De benedenverdieping telt vier salons, een spreekkamer (nu opgesplitst voor een toilet) en een keuken. De uiterst linker travee bevat een garage. De bovenverdieping heeft een centrale nachthal met aansluitend een gang waarop 9 kamers uitgeven. Typisch binnenschrijnwerk behouden. De aankleding concentreert zich op de gang, traphal en de salons op de benedenverdieping. Belangrijkste salons met hoge vleugeldeuren. De trap en de schouwmantels (allen uit hout) zijn sober. Het dakgebint bestaat uit ouder recuperatiemateriaal, mogelijk van de voormalige pastorie.
Fraaie achterliggende tuin met sporen van een 18de-eeuwse aanleg terwijl het voorste gedeelte heraangelegd werd in landschappelijke stijl. Achteraan in de tuin staat het restant van een 18de-eeuws (?) tuinpaviljoen en ernaast een overwoekerde druivenserre die volgens kadastergegevens werd opgetrokken circa 1898. In de periode 1839-1844 werd de tuin van tuinmuren voorzien behalve aan de noordzijde waar al een tuinmuur bestond. Aan de Sint-Martensommegangstraat (noordoostzijde): lange gemetste tuinmuur, witgeschilderd op gepikte plint, en geritmeerd door schuin toelopende steunberen. Het perceel werd aangetast door de bouw van een brandweerarsenaal in 1948 en een elektriciteitskast in 1987.
Rijksarchief Gent, Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, 1830-1850, nummer 1737/3, nummer 2531 A/2, nummer 2548/5.
Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
S.N. 1998: Curieuze en andere dingen over Moerzeke, Moerzeke, 28-29.
HEUVICK A.P. & LAGET W. 1994: Van Murceke tot Moerzeke, Moerzeke, 58.
JANSSENS DE VAREBEKE A. & DE SMET P. 1971: De Sint-Martinuskerk van Moerzeke, Moerzeke, 38, 39, 44, 62.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Martinusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84821 (geraadpleegd op ).