De Priester Poppekapel staat in een bebost domein, bijgenaamd Pius X-domein. De grafkapel werd gebouwd naar ontwerp van architect Jozef Lantsoght en wordt gekenmerkt door glasramen van kunstglazenier Maurits Nevens.
Priester Edward Poppe (1890-1924), rector van het klooster van Moerzeke van 1918 tot 1922, en bezieler van de Eucharistische Kruistocht, werd op 3 oktober 1999 in Rome zalig verklaard door paus Johannes Paulus II. Hij was aanvankelijk begraven op het kerkhof van de parochiekerk Sint-Martinus te Moerzeke achter het koor.
In 1959 gaf het Priester Poppecomité opdracht aan de Brugse architect Jozef Lantsoght om de Pius X-kapel te bouwen als grafkapel voor priester Poppe. Het doel was om de grote stroom aan bedevaarders naar het graf van Edward Poppe te kunnen opvangen en zijn verering te stimuleren. Die bedevaarttraditie was al onmiddellijk na het overlijden van priester Poppe ontstaan. Het Priester Poppe-Comité had voor de grafkapel een ontwerp gevraagd in het teken van het leven van priester Poppe: zeer eenvoudig, zuiver van lijn en in hedendaagse vormentaal. Als bouwplaats werd gekozen voor een bebost domein, bijgenaamd Pius X-domein, dat in 1954 werd afgesplitst van het park van het voormalige kasteel van Moerzeke, vlakbij het dorpsplein van Moerzeke.
Met de bouw van de kapel achterin het Pius X-domein werd begonnen op 23 oktober 1960 (zie herinneringssteen in buitengevel) en op 10 september 1961 werd de kapel ingezegend. In de Pius X-kapel werden op 9 september 1962 de stoffelijke resten van priester Poppe herbegraven, afkomstig van het kerkhof achter de Sint-Martinuskerk.
Gebouwd als grafkapel werd aan deze kapel de functie toegekend van een grafmonument en tevens van vereringsplaats voor priester Poppe. Dit mausoleum of Poppeheiligdom staat ook nog bekend als Pius X-kapel. Afgezien van het hoofdaltaar bij het graf van priester Poppe, van het buitenaltaar en van een altaar in de zijdelingse biechtkapel was er aanvankelijk ook een altaar gewijd aan Pius X. Pius X was van Italiaanse afkomst en was paus van 1903 tot 1914. Hij werd in 1954 heilig verklaard.
De grafkapel van priester Poppe werd in 1999 gerenoveerd naar aanleiding van de zaligverklaring van priester Poppe. Naar aanleiding van de 50ste verjaring in 2012 van de overbrenging van het stoffelijk overschot van priester Poppe naar de Pius X-kapel, vonden nog verfraaiingswerken plaats en werden de inrichting van de devotieruimte en biechtkapel aangepast.
De kapel die als mausoleum en als kern van een bedevaartplaats werd gebouwd ligt achterin het Pius-X domein, een bebost omheind terrein dat paalt aan het nabij gelegen park van het kasteel van Moerzeke. Voor de zuidoostelijk georiënteerde kapel is een open plek aangelegd overwegend verhard met grint waar de bedevaarders kunnen verzamelen voor het buitenaltaar bij openlucht erediensten. Een gedeelte van deze open ruimte is ingericht als parkeerplaats. De toegang tot het omheinde bedevaartsoord wordt vanaf de straat bereikt via een eerste deel van de geasfalteerde oprit naar het voormalige kasteel van Moerzeke. Aan de straat is deze oprit gemarkeerd door een ijzeren hek aan twee vierkante gemetste bakstenen hekpijlers bekroond door een geprofileerde lijst en opvallende siervaas.
De moderne grafkapel ligt achterin en is opgetrokken van beton en met een parement van witgeschilderde baksteen. Zowel de plattegrond als de architecturale vormgeving van deze kapel zijn uiterst origineel en modernistisch opgevat.
De symmetrisch aangelegde constructie bevat een hoofdvolume op een in ruitvorm geplaatste vierkante plattegrond die een vrij grote bidruimte omvat (diagonalen van 24 meter). Ze is afgedekt door een sterk doorbuigend betonnen lessenaarsdak dat van achter naar voor oploopt tot boven het koor gesitueerd in de hoge hoek aan de voorzijde van de kapel (zuidoost). De voorzijde van de kapel roept associaties op met het voorsteven van een schip. Boven het koor is het hoog oplopende dak doorgetrokken versmallend tot een slank open klokkentorentje met kruisbekroning. Boven de ophanging van de klok komt het logo voor van de Eucharistische Kruistocht, namelijk een kelk ingeschreven in een kruis. Rechts van de voorste hoek van de kapel is in de buitengevel een herinneringssteen aan de eerstesteenlegging aangebracht gedateerd 23 oktober 1960. Het opschrift luidt als volgt: "A † M/ hunc primarium lapidem/ posuerunt/ amici servi dei/ E. J. M. POPPE / die 23 octobris 1960 –". Het dak van de kapel is bekleed met asfaltshingels voorzien van een geïmpregneerde leilaag. Een belangrijke component van deze dynamische en expressieve architectuur zijn de gevelhoge grote lichtopeningen en smalle verticale lichtstroken gecombineerd met uitspringende verjongende betonnen stijlen die de gevelwanden verticaal ritmeren.
De toepassing van betonarchitectuur liet de plaatsing toe van gevelhoge grote ramen en een gebogen dak. Deze elementen dragen bij tot een sterke plasticiteit en elegantie van de constructie. Naar inspiratie toe is een duidelijke link aanwezig met de kapel te Ronchamp (1954) van Le Corbusier. Zo onder meer de wijze waarop de voorzijde van de kapel een hoekige vorm kreeg. Het hoofdvolume van de grafkapel is zoals de kerk te Koksijde van dezelfde architect zijdelings symmetrisch geflankeerd door twee gelijkaardige kleinere lage bijgebouwen. Bij de grafkapel verkregen ze een hoekige vorm afgedekt onder platte daken. De linker aanbouw bevat een portaal met devotieruimte en biechtkapel, de rechter een portaal en dienstruimte.
Midden voor de kapel is op een breed polygonaal en tweeledig getrapt verhoog een kunststenen buitenaltaar voor diensten in open lucht opgesteld. Het front van het altaar is voorzien van een kruismotief. Aan weerszij is het verhoog met buitenaltaar geflankeerd door een bijna vierkant voortuintje achter gewitte bakstenen muren. Via deze tuintjes verkrijgt men toegang tot beide zijdelingse portalen met schuin gebogen inkompoorten naar de grafkapel. De houten poorten zijn aan de buitenzijde bekleed met in ruitvorm aangebrachte metalen plaatjes bevestigd met vijzen. De zijdelingse lage aanbouwen met hun voortuintjes en tuinmuren evenals het verhoog met buitenaltaar maken wezenlijk deel uit van de architecturale compositie. Het evenwichtig gecomponeerd geheel bezit ongetwijfeld een monumentaliteit evenals een elegant en verfijnd silhouet. Het getuigt tevens van een sterk artistiek geïnspireerd ontwerp met een grote expressiviteit en een sterke dynamiek.
Binnen de grote vierkante bidruimte van de grafkapel vormt het koor ruimtelijk één geheel met de kapel. De ruimtebeleving wordt er sterk bepaald door het schuin van achter naar voor boven het koor hoog oplopend plafond. Dit gebogen plafond geeft de indruk te zweven. Het koor in de hoge voorste hoek van de kapel tekent zich op vloerniveau af door het verhoog met zwarte tegelvloer van gepolijste arduin, in sterk contrast met de witte wanden en bijna witte keramische tegelvloer in de rest van de bidplaats. Centraal voor het altaar is het graf van priester Poppe afgedekt door een grafsteen van grijs geaderde witte marmer ingewerkt met volgende tekst: "A + M/ Edward J.M. Poppe/ Priester/ 1890-1924". Onderaan draagt de steen het opschrift: "Ik sterf liever dan God maar half te dienen".
Het interieur wordt in zeer sterke mate nog bepaald door de bijzondere lichtinval en sfeervolle uitstraling van de opvallend aanwezige grote kleurige glas-in-loodramen. Beide grootste zijn symmetrisch als een ensemble geplaatst in het koor en twee kleinere markeren de tegenoverliggende hoek met Mariabeeld. De sprekende half abstracte veelkleurige glas-in-loodramen zijn naar ontwerp van kunstglazenier Maurits Nevens uitgevoerd. Links van het altaar worden Eucharistische motieven voorgesteld (vis, broodkorf, korenaren, broden in de vorm van hosties). Dit glasraam draagt het opschrift: "Gift vd. EK/ uitvoerder H. Mortier/ ontwerp M. Nevens/ 1961". In het rechter koorglasraam zijn Verlossingsmotieven voorgesteld (Lam Gods op Levensboek der zeven zegels, Kruis en Heilige Geestduif). In beide glasramen die het Mariabeeld in de achterhoek flankeren voert de groene kleur de boventoon en zijn Mariale symbolen aanwezig (lelie en roos, rozenkrans). Volgens opschrift is het rechterraam een gift van het gemeentebestuur Moerzeke. Op het linkerraam staan volgende teksten vermeld: "Gift van de zusters H. Vincentius Moerzeke" en "Uitvoerder. H.Mortier. Ontwerp. M. Nevens 1962".
Het monoliet stenen hoofdaltaar naar ontwerp van beeldhouwer Maurice Witdouck is geplaatst in de zuidoosthoek van de bidruimte op het koorverhoog. Los daarachter, voor de wand is een koperen tabernakel geplaatst op hoge stenen sokkel. De deur van het tabernakel is kleurrijk versierd met kunstige keramiek voorzien van een gekend Eucharistisch symbool: de pelikaan die zijn jongen voedt met eigen bloed. Achteraan in de hoek tegenover het altaar hangt een levensgroot Mariabeeld in witte natuursteen gebeeldhouwd door Maurice Witdouck (Lovendegem). De bronzen staties van "De kruisweg van de eenzaamheid" (2003-2004) van beeldhouwer Roger Van Kerschaver (Hamme), werden pas in 2006 geplaatst in de grafkapel.
De smalle vensters in de linker aanbouw met devotieruimte en biechtkapel zijn eveneens van gekleurde glas-in-loodramen voorzien, hier met paars traanmotief (verwijzend naar berouw). Het grotere glasraam in de biechtkapel is voorzien van opschrift: "Gift van Mw D’Hooghe-Van Den Berghe/ Wichelen". In de devotieruimte waar kaarsen kunnen geofferd worden is een wand behangen met ex-voto’s (keramische tegels met opschrift). Tegenover het portaal hangt aan de wand een driedelig mozaïektafereel met onder andere een voorstelling van de Heilige Pius X door de kunstenaar H. Van de Perre uit Sint-Amandsberg.
Ten westen en zuidwesten van de kapel omvat het terrein dat bij de grafkapel hoort een parkbos dat ooit deel uitmaakte van het naastgelegen kasteel van Moerzeke. Gelijkmatig verspreid in het parkbos staan overwegend gezonde zomereiken (Quercus robur) met minstens 10m hoge rechte stammen en onder meer stamomtrekken van 325cm, 247cm, 262cm, 272cm, 310cm, 263cm, 314cm, 232cm en 280cm. Verder gewone robinia (Robinia pseudoacacia) met stamomtrekken van onder meer 196cm, 175cm, 198cm en 210cm. Daarnaast nog Amerikaanse eik met onder meer stamomtrekken van 275cm, 245cm en 296cm, tenslotte nog vermeldenswaardige tamme kastanjes (Castanea sativa) met stamomtrekken van 314cm en 232cm en een gewone plataan (Platanus x acerifolia) met stamomtrek 245cm. Verder jonge zaailingen van gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), gewone es (Fraxinus excelsior), gewone lijsterbes (Sorbus aucuparia) en fraai ontwikkelde gewone taxussen (Taxus baccata) en compact ontwikkelde oude scherpe hulsten (Ilex aquiflolium).
De aanleg rond de kapel beperkt zich tot een verharding met een voorplein van circa 850m2 dat dienst doet als parking en als buiten gebedsruimte bij het openluchtaltaar opgesteld voor de kapel. Langs de oostgrens van het terrein staat een scherm Italiaanse populieren uit de tijd van de bouw van de kapel. De groene omgeving gevormd door het Pius X-domein dat bij de grafkapel hoort vormt een wezenlijk bestanddeel van het bedevaartoord. Het omringende parkbos creëert er een gebied waar de nodige rust en sereniteit heerst en een natuurlijk aandoende landschappelijke omkadering biedt van de kapel en van de open lucht gebedsruimte. Dit bijhorende omheinde terrein van de grafkapel en de toegangsweg vormen de directe, er onmiddellijk historisch mee verbonden visuele omgeving met landschappelijk karakter die de erfgoedwaarden van de grafkapel ondersteunen en initieel gekoppeld zijn aan de functie van bedevaartoord.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/42008/107.1, Grafkapel van priester Poppe of Pius X-kapel met bijhorend Pius X-domein
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. 2015: Pius X-domein met grafkapel priester Poppe [online], https://id.erfgoed.net/teksten/180755 (geraadpleegd op ).
De Priester Poppekapel staat in een bebost domein, bijgenaamd Pius X-domein, dat in 1954 werd afgesplitst van het park van het voormalige kasteel van Moerzeke.
Priester Edward Poppe (1890-1924), rector van het klooster van Moerzeke van 1918 tot 1922, en bezieler van de Eucharistische Kruistocht, werd op 3 oktober 1999 in Rome zalig verklaard door paus Johannes Paulus II. De grafkapel werd gebouwd door architect Jozef Lantsoght uit Brugge in opdracht van het Priester Edward Poppe-comité. Met de bouw van de kapel werd begonnen op 23 oktober 1960 (zie herinneringssteen in buitengevel) en op 10 september 1961 werd de kapel ingezegend. In de kapel werden op 9 september 1962 de stoffelijke resten van de priester overgebracht van het kerkhof achter de Sint-Martinuskerk en hier herbegraven. De kapel werd in 1999 gerenoveerd naar aanleiding van de zaligverklaring van de priester.
Moderne kapel opgetrokken van beton met een parement van witgeschilderde baksteen. De symmetrisch aangelegde constructie bevat een hoofdbouw op een ruitvormige plattegrond onder een sterk doorbuigend betondak met een hoge hoek aan de oostzijde verder doorgetrokken in een slanke open klokkentoren, geflankeerd door kleinere bijgebouwen onder platte daken. Natuurstenen buitenaltaar voor diensten in open lucht midden voor de kapel op een breed polygonaal verhoog met trappen tussen de muren van beide omsloten voorpleintjes. Het decoratieve effect van de veelkleurige glas-in-loodramen en smalle lichtstroken in diverse geometrische formaten verlenen het gevelbeeld een sterke plasticiteit.
Binnenin wordt de grote, sober aangeklede vierkante ruimte met witgepleisterde wanden, gemarkeerd door het laag afhellend en doorbuigende dak en de bijzondere lichtinval door de kleurige glas-in-loodramen met een sfeervolle uitstraling. De glasramen zijn van kunstglazenier Maurits Nevens; links en rechts van het altaar, worden de Eucharistische en Verlossingsmotieven voorgesteld, naast het Mariabeeld in de tegenovergestelde lagere hoek komen er twee kleinere glasramen voor met een lelie- en roossymbool van Onze-Lieve-Vrouw.
Het stenen altaar is geplaatst in de oosthoek, los ervan tegen de wand is een koperen tabernakel geplaatst versierd met Eucharistisch symbool. Achteraan staat een levensgroot Mariabeeld in witte natuursteen gebeeldhouwd door Maurice Wittouck (Lovendegem). Naast de kapel is er nog een aparte biechtruimte met altaar toegewijd aan de Heilige Pastoor van Ars, een moderne houten biechtstoel en tegen de wand achter het altaar een mozaïektafereel met onder andere voorstelling van de Heilige Pius X door de kunstenaar H. Van de Perre uit Sint-Amandsberg. Bronzen staties van "De kruisweg van de eenzaamheid" (2003-2004) van beeldhouwer Roger Van Kerschaver (Hamme), hier geplaatst in 2006.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. & Duchêne H. 2006: Pius X-domein met grafkapel priester Poppe [online], https://id.erfgoed.net/teksten/84830 (geraadpleegd op ).