Gebouwd op de plaats van het oude posthuis, voor het eerst vermeld in 1751-1752, op de grens met Melle en tegenover het station van Kwatrecht. Het gesloopte posthuis en herberg, een jonger gebouw daterend van 1823, was ook gekend als "Posthuis van Leopold I", verwijzend naar het bezoek van koning Leopold I in 1831. De stallen van de paardenposterij, gedateerd 1828, bleven wel bewaard. De familie Lammens richtte er in 1902 een meelfabriek en veevoederbedrijf "De Molens van Kwatrecht" op. In 1902 en 1904 werden de eerste stoomketels geplaatst. Het herenhuis en een deel van de bedrijfsgebouwen werden vernield in 1914 door de Duitsers. Op 19 maart 1921 verkreeg Ernest Lammens de toelating van het gemeentebestuur om zijn woning te herbouwen.

Hij liet een vrijstaande villa in eclectische stijl naar ontwerp van architect Leon De Keyser (Gent) van 1921 optrekken, met bijhorende lijnkoekbrekerij in 1924. In 1964 werd het bedrijf stopgezet. Later verkocht aan familie De Rycke die er een zetelbedrijf in onder brachten.

Alleenstaand bakstenen huis op de rooilijn, aan weerszij van het huis, tuinafsluiting en toegangshek tot tuin en bedrijfsgebouwen. Onderkelderd dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder afgewolfd schilddak met pannen. Rode bakstenen lijstgevel op arduinen plint met keldergaten, gecementeerde muurbanden ter hoogte der dorpels. Rechter travee opgevat als licht uitspringend risaliet hoger opgetrokken in afgeknotte puntgevel met zoldervenster. Rondboogvormige vleugeldeur met behouden schrijnwerk. Rondboogvormige vensters op de gelijkvloerse verdieping afgesloten door rolluiken en getoogde bovenvensters, arduinen dorpels. Op de verdieping van het rechter zijrisaliet, driezijdige houten erker onder een leien dakje op natuurstenen console. Rechter zijgevel met houten veranda met wit geschilderd houtsnijwerk en leiendakje, deur met kleurrijk glasraam met bloemenmotieven. Linker aanbouwsel met dienstgebouw, gedateerd in voorgevel 1921, voorzien van een toegang, werkkamer en bureel. Aanpalend ouder bedrijfsgebouwtje van één bouwlaag onder plat dak.

Interieur. Gang leidend naar vestibule met bordestrap, voorzien van kleurig tegeltapijt van mozaïektegels met bijhorende boord, stucplafond met lijstwerk. Salon aan de straatkant, rechts van de hal, fraai stucplafond met gestileerd floraal motief en marmeren schouw, ook in achtergelegen eetkamer gestileerd stucplafond en marmeren schouw, deurvenster naar veranda met kleurrijk glasraam met bloemen. Achter de traphal bevindt zich nog de vroegere “kleine eetplaats”, verbonden met de onderkelderde keuken, met nog een stucplafond met gestileerd papavermotief en marmeren schouw.

Ten oosten, op gekasseid binnenplein, voormalig koetshuis en paardenstal met 1828 in jaarankers op voorpuntgevel, voorheen horende bij afgebroken herberg-logementshuis gekend als "Posthuis van Leopold I". Later gebruikt als garage voor de "Molens van Kwatrecht", vermoedelijk in 1921 met aanpassing van de naar het huis gerichte gevel met toegevoegde poort.

Naar het binnenplein gerichte gecementeerde gevel met drie open inrijpoorten en laadluik in geveltop. In gewitte bakstenen achtergevel drie oculi op de begane grond en verluchtingsgaten op de zolderverdieping. Binnen, bewaarde balklaag.

Ten noorden, bedrijfsgebouw van de vroegere lijnmeelfabriek, vermoedelijk uit begin 20ste eeuw in de plaats van de vroegere stallen van het "Posthuis". Gewit bakstenen gebouw van elf traveeën en anderhalve bouwlaag onder vernieuwd zadeldak (golfplaten). Getoogde vensters met ijzeren roedeverdeling, op de halve verdieping blind. Binnen, ijzeren zuilen en I-balken.

Erachter, vermoedelijk later aangebouwde bedrijfsgebouwen van één en twee bouwlagen en ernaast, ronde bakstenen fabrieksschouw uit begin 20ste eeuw van het veevoederbedrijf.