Aan de voet van de trap naar de Oudeberg te Geraardsbergen bevinden zich twee kleine arbeiderswoningen van drie traveeën en anderhalve bouwlaag, afgedekt met een doorlopend pannen zadeldak, waarvan het eerste (nummer 52) in kern uit de 18de eeuw dateert maar in de 19de eeuw aanpassingen onderging en het tweede (nummer 54) uit de 18de eeuw dateert.

Bij nummer 54 zijn naast baksteen, sporadisch ook kleine blokken natuursteen bij de plint gebruikt. Zoals de aanpalende woning is ook hier het gevelparement witgekalkt. De deur is in korfboog afgewerkt, waarbij neggen en boog uit grote blokken kwarthol geprofileerde zandsteen bestaan. De eenvoudige kruisvensters zijn afgedekt met een houten latei; het raam rechts is met eenvoudige buitenluiken gesloten. Er bevindt zich nog een gedicht raam ter hoogte van de halve verdieping (tussen laatstgenoemd raam en de deur).

Inwendig is de oorspronkelijke indeling met balkenzoldering bewaard, meer bepaald met gebeeldhouwde sleutels onder de moerbalken, kinderbalken en getuigen van een raveelconstructie voor een haard. Naast de oude dakconstructie is ook een met baksteen overwelfde kelder bewaard gebleven.