Burgerhuis, volgens bouwplan van 1881 gebouwd in opdracht van fabrikant J. Vercauteren. Later ingericht als brouwerswoning bij de achterliggende brouwerij Meganck.

Half vrijstaande onderkelderde woning met vier traveeën en twee bouwlagen onder een pannen schilddak. Bepleisterde en geschilderde voorgevel in neoclassicistische stijl op een blauwe hardstenen plint met keldergaten. Aflijnende houten kroonlijst met klossen. Versierde hoekpenanten. De borstwering en het hoofdgestel zijn voorzien van spiegelpanelen. Rechthoekige vensters met arduinen dorpels, doorgetrokken tot cordon, gevat in geprofileerde omlijsting. Voorzien van T-ramen met bewaard schrijnwerk. De rechthoekige voordeur met beglaasd paneel en bovenlicht is gevat in een vlakke hardstenen omlijsting en wordt voorafgegaan door een arduinen trapje.

Interieur

Burgerhuis met traditionele dubbelhuisindeling. Aankleding naar verluidt vernieuwd in het begin van de 20ste eeuw, en nog in de jaren 1930. In 1936 achteraan uitgebreid met een veranda met fraai uitgesneden houtwerk.

In binnenblok gelegen brouwerijgebouw met achterliggende grote tuin, bereikbaar via ijzeren hek aan bakstenen pijlers onder afdakje rechts van de woning. Volgens het kadasterarchief werd de brouwerij opgericht in 1873 door brouwer Omer De Mulder midden op een onbebouwd perceel. In plattegrond vertoont het gebouw een stompe hoek. Volgens kadastergegevens werden de bedrijfsgebouwen in 1896 uitgebreid gelijktijdig met de plaatsing van een stoommachine. Nog vergroot in 1909 met een uitbouw aan de achterzijde van de stompe gevelhoek van het hoofdgebouw, wellicht voor de oprichting van de hoptoren.

Volgens M. Friedrich in 1899 genoteerd als brouwerij De Meyer, van 1899 tot 1902 brouwerij A. Caesens en in 1902 overgenomen door Joseph Meganck die zijn brouwactiviteiten stopzette circa 1925. Volgens de huidige eigenaars bleef de brouwerij Meganck in bedrijf tot in de jaren 1960.

Behouden brouwerijgebouw met merkwaardige hoptoren midden aan de achterzijde, gelegen aan gekasseid erf met pittoreske duiventil. Lange baksteenbouw met verhoogde begane grond onder pannen zadeldak. Witgeschilderde erfgevel voorzien van getoogde poort- en vensteropeningen en schietankers ter markering van de travee-indeling. Zuidelijke kopgevel afgewerkt met toegevoegde trapgevel. Volledig onderkelderd met troggewelven gedragen door metalen zuilen; bakstenen vloer. Lagere aanbouw ten zuiden aangepast tot garage.

Achteraan gelegen hoptoren met vierkante plattegrond. Hoge constructie onder afgeknot pannen tentdak: bekronende schouw met windwijzer verwijderd na storm. Opgetrokken in donkerrode baksteenbouw met hoeklisenen, baksteenfries en verstevigd met schietankers.

Ten noorden, ruime beboomde tuin met grote linde en beuk, vijvertje en herbouwd tuinpaviljoentje in de noordwesthoek.

Twee links aan de straat aanpalende huizen (nummer 38), volgens bouwplannen van circa 1927 in opdracht van brouwer J. Meganck gebouwd als woonhuis en herberg naar ontwerp van bouwmeester O. De Vuyst, nu met sterk gewijzigde voorgevel.