Bunker C18 ()

Betonnen militaire constructie, gelegen aan de rand van een weide, te bereiken vanaf Slagveld. De bunker ligt op minder dan 400 meter ten zuiden van de Schelde, op 225 meter ten zuiden van bunker D22, op 470 meter ten noordwesten van bunker D20.

Het betreft een Belgische bunker, opgetrokken als onderdeel van het Bruggenhoofd Gent. Deze verdedigingsstelling werd tussen 1934 en 1938 aangelegd op acht kilometer ten zuiden van Gent ter verdediging van het nationaal reduit. De aanleg hiervan kaderde in de fortificatiepolitiek die België na de Eerste Wereldoorlog voerde.

Het eigenlijke bruggenhoofd was opgebouwd uit twee weerstandsnesten – Betsberg en Muntekouter – en drie steunpunten – Semmerzake, Eke en Astene. De weerstandsnesten en steunpunten waren met elkaar verbonden via een courtine, bestaande uit drie verdedigingslijnen. Deze bunker maakte deel uit van de tweede verdedigingslijn ten noordoosten van het weerstandsnest Betsberg. Het is de meest noordoostelijk gelegen C-bunker. Volgens zijn nummering (‘C’) diende de bunker te fungeren als commandopost.

De bunker bestond uit één toegangssas en twee bunkerruimtes elk met een getrapte schietopening voor mitrailleur aan zuidzuidoostelijke zijde. Zodoende was dit schootsveld afgestemd op dat van de bunker D20. De mitrailleuropeningen waren enkel uitgerust voor mitrailleurs van het type Maxim. De schietopeningen konden afgesloten worden met metalen valluiken. Een grote oreillon (uitstekende muur) diende als bijkomende bescherming van deze schietopeningen. Tegen deze oreillon was een schuinaflopende keermuur opgetrokken, voor het tegenhouden van de aangeaarde grond. Een kleine oreillon diende de toegang bijkomend te beschermen.

De nog zichtbare delen van de bunker werden gecamoufleerd aan de hand van betonnen bulten ('enduit Tyrolien mamelonné'), die nog steeds aanwezig zijn. Hierop werd camouflageverf aangebracht. Aan de noordelijke en oostelijke zijde werd de bunker aangeaard.

Op het eerste zicht vertoont de bunker geen sporen van de gevechten uit mei 1940. Op bevel van de Duitse bezetter werden ijzeren onderdelen in 1941 in principe verwijderd en werden bunkeropeningen in 1944 dichtgemetseld. De toegang is vandaag beperkt opengemaakt.

  • JANSSEN E. 2007: Bruggenhoofd Gent, België onder de wapens 26, Erpe.

Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2021: Bunker C18 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/362872 (geraadpleegd op ).


Bunker ()

Bunker, onderdeel van bunkergordel "Bruggenhoofd Gent" of TPG (Tête de Pont de Gand) aangelegd door het Belgische leger vanaf 1933 ter verdediging van Gent, de militaire linie met 228 schuilplaatsen liep van de Leie in Astene tot de Schelde in Kwatrecht over 24 kilometer.

Commandobunker in de Steunlinie tussen de spoorlijn Brussel-Oostende en de steenweg van Aalst naar Gent (bunkernummer C18). Ruw beraapte gevels oorspronkelijk in camouflagekleuren groen en okergeel. Twee achteraan verbonden kamers en een sas. De mitrailleurskamers waren voorzien voor de opstelling van Maximmitrailleurs.

  • KEUPPENS H. 2006: De bunkers van het Bruggenhoofd van Gent. Stille getuigen uit mei 1940, Rond de Stenen Linde XXXI.3, 72-77.
  • VAN HEDEN R. 2000: Van Quaet-Atrecht tot Kwatrecht, Kwatrecht, 299-302.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. & Duchêne H. 2003: Bunker C18 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/85055 (geraadpleegd op ).