erfgoedobject

Café Posthotel

bouwkundig element
ID
85062
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/85062

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Café Posthotel
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Café Posthotel
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Café Posthotel en omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd monument Café Posthotel: interieur
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Café Posthotel
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Café Posthotel, voorheen hotel-restaurant "Post-Hotel" met vervoersdienst.

Bij Ministerieel Besluit van 1 augustus 1986 werden het gelijkvloerse interieur van het voormalige café-hotel genaamd "Posthotel" als monument en de bovenverdieping, exterieurs, bijgebouwen en volledige perceel als dorpsgezicht beschermd, uitbreiding van de bestaande bescherming van het dorpsgezicht tot monument bij Ministerieel Besluit van 3 juni 2005.

Historiek

In 1883 kreeg Theoduul Polfliet van het Ministerie van Openbare Werken de toelating om een vervoersdienst op te starten tussen Wetteren en Gent (via Laarne en Heusden). Hij kocht een onbebouwd perceel aan het Stationsplein om er een "hotel" op te richten. Circa 1887 werd dit gebouw, ontworpen door Camiel Raes-Maenhout (zie bouwplan), ondernemer der openbare werken, opgeleverd. Theoduul Polfliet beoogde een combinatie van koets- en koerierdienst met huurhouderij, restaurant en hotel waarvoor op de bovenverdieping 14 kamers voor de hotelfunctie werden voorzien. Na de uitbreiding (rond de eeuwwisseling) van de tramlijn Gent-Wetteren-Hamme tot het station van Wetteren, verminderde of stopte Polfliet de koets- en koerierdiensten. Naar verluidt werd later een tramstatie aan het "Posthotel" toegevoegd. Theoduul Polfliet kocht in 1903 het aanpalende burgerhuis en nam er zijn intrek. Wellicht betrok zijn zoon Charles daarna het "Posthotel". Na het overlijden van Theoduul Polfliet in 1919 zette zijn zoon Charles het café en de "huurhouderij" verder. Het aantal overnachtingen nam echter geleidelijk af. Later beperkte Charles zijn activiteiten tot taxidienst en verhuurde hij het café aan herbergiers. Het "Posthotel" bleef in het bezit van de familie Polfliet tot 1980. In 1981 werd het echter onteigend ten voordele van de toenmalige RTT. Het café werd uitgebaat tot in 1996. Na een periode van leegstand werd het opnieuw verkocht en gerestaureerd en terug als café uitgebaat. De restauraties van het café werden in opdracht van de huidige eigenaar door Sander Blondeel (glas in lood) en Guy Vandeplassche (wandschilderingen) in eigen beheer uitgevoerd.

Beschrijving

Het "Posthotel" ontvouwt een L-vormig grondplan op een rechthoekig perceel. Het hoofdvolume situeert zich parallel aan de straat. De nieuwbouw ter hoogte van de voormalige stallingen in de ommuurde tuin staat loodrecht op de achtergevel en is bereikbaar via de linkerdoorrit. Het brede gebouw in baksteenarchitectuur naar ontwerp van Camiel Raes-Maenhout, telt twee en een halve bouwlaag en vijf traveeën onder een kunstleien zadeldak met overstekende houten kroonlijst op klossen. Straatgevel geritmeerd door verdiepte venstertraveeën met horizontaliserend lijstwerk in imitatienatuursteen, en een breder linker zijrisaliet met koetsdoorrit onder ijzeren balustrade. De publieke ruimte op de begane grond is toegankelijk via getoogde muuropeningen met vleugeldeuren. De vensteropeningen, met behouden schrijnwerk, verkleinen naar boven toe en worden afwisselend rechthoekig en getoogd uitgewerkt.

De vlakke bakstenen achtergevel vertoont nog sporen van de vroegere beraping en gecementeerde vensteromlijstingen. De verspringende vensterniveaus met deels behouden schrijnwerk, de benadrukte traptravee en de brede poortopening, geven de achtergevel een industrieel karakter. Een aantal vensteropeningen werden gewijzigd. De vroegere stallingen zijn nu vervangen door een moderne uitbouw met sanitair blok en ruimte waar privé-functies voor de huidige eigenaars in zijn ondergebracht. De tuin werd eveneens door de huidige bewoners aangelegd.

Interieur

Interessant en gaaf behouden café-interieur in neo-Vlaamserenaissance-stijl van 1887 (zie een cartouche "Anno 1887" op de toog). De rechthoekige gelagzaal neemt de volledige ruimte in achter de straatgevel naast een inrijpoort, links in de gevel, en wordt verlicht door vier hoge getoogde deurvensters met behouden schrijnwerk. Het interieur is volledig uitgewerkt in neo-Vlaamserenaissance-stijl met eikenhouten lambriseringen, monumentale deuren in omlijstingen met zware geprofileerde kroonlijsten, balkenzoldering (bestaande uit betonnen moerbalken en houten kinderbalken en sleutels) en cafétoog. De overblijvende wanden zijn bekleed met beschilderde doeken met drinktaferelen in een landelijke omgeving, toegeschreven aan de Gentenaar Louwie Duponcheel (zie handtekening) en vermoedelijk daterend van rond 1890. De witzwart gespikkelde tegelvloer is van jongere datum.

De centraal geplaatste cafétoog, uitgewerkt met Ionische kolommen en brede kroonlijst, draagt in het midden een cartouche met opschrift "Anno 1887". Achter de toog bevindt zich een driezijdige verdiepte ruimte die eertijds toegang verschafte tot de trap naar de bovenverdieping. De trap werd deels gesupprimeerd en naar de nieuwbouw verplaatst. Deze nis werd verfraaid met geprofileerde pilasters en bekronende kroonlijst in hout en een glas-in-loodbovenlicht. Een gelijkaardige versiering werd hernomen in de twee flankerende vleugeldeuren en de verbindingsdeur naar de voormalige koetsdoorrit (met opschrift "Koer"). De omlopende hoge lambrisering met zitbanken heeft een geprofileerde kroonlijst, waarvan de lijst is uitgewerkt met rozetten. Al het houtwerk bestaat uit verzorgd schrijnwerk met kwalitatief zeer goed snijwerk, weelderig uitgewerkt met motieven in Vlaamse renaissancestijl, zoals cartouches, rolwerk, beslagwerk, diamantkoppen, wortelmotieven, palmetten en dergelijke. Algemeen wordt aangenomen dat dit snijwerk vervaardigd werd door (het atelier van) Séraphin(e) De Maertelaere (1855-1928).

Boven de lambrisering zijn de wanden bekleed met beschilderde taferelen op doek, boven en onder omlijnd met een fries, waarop spreuken zijn geschilderd in verband met het caféleven. Op de wanddoeken treft men voorstellingen aan in verband met drinken en kermistaferelen in een landelijke omgeving. De wandschilderingen zijn gesigneerd L. Duponcheel.

De volgende spreuken en volkswijsheden worden uitgebeeld: Tuinwand: Links van de toog, boven: "Noord Oost Suyd West = In 'T Bierhuys Best" en onder: "Een Kleyn Begin Is Groot Gewin"; boven: "Vrienden Moghen Kijven" en onder "Maer Moeten Vrienden Blijven". Rechts van de toog: "Drinckt Schinckt/ Die Wat Eet En Wat Laet Staen" (boven) "Kan Tweemael Aen Tafel Gaen"(onder). Rechterwand, bovenaan: "By Out En Jongh By Grijs En Jeught Wekt' T Vlaemsche Bier De Gulste Vreught"; onderaan: "Dansen Springhen Is Het Leven = Wat Kan Een Kermis Beter Geven". Straatwand: "Maken En Brei En Sijn Liefde Streken", "Als De Dranck Is In Den Man Is De Weysheyt In De Kan". Linkerwand: "Weet Ghy Wat Er Hier Boven Staet = Betalen Vooraleer Ghy de Deur Uytgaet" (boven) "Wat De Sinnen Ruste Biet/ Roocken Singhen Siedaer Iet" (onder).

Achter de gelagzaal (tuinzijde) bevindt zich rechts een kleine achterkamer die uitkijkt op de tuin. Deze ruimte is toegankelijk via één van de vleugeldeuren die de toog flankeren. Enkel de cementtegelvloer, het gestucte rozet en een rest van de schouwmantel bleven van de oorspronkelijke aankleding behouden. Volgens de literatuur bevond er zich een gelijkaardige kamer aan de linkerzijde van de oorspronkelijke traphal. Deze ruimte werd inmiddels verbonden met de moderne uitbouw en herbergt heden onder meer de nieuwe trap naar de bovenverdieping.

Op de bovenverdieping situeerden zich eertijds 14 kleine kamers met hotelfunctie die bereikbaar waren via de trap achter de toog. De voormalige kamerverdeling werd volledig verwijderd. Een gedeelte van de oorspronkelijke trap en een oude schouw herinneren aan de vroegere aankleding.

  • Gemeentearchief Wetteren, Bouwplannen, VII.
  • Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, Archief.
  • DE KEGEL A., DEMEY A., DEVOS P. & ROBIJNS L., Beschermde Monumenten, Stads- en Dorpsgezichten en Landschappen in Oost-Vlaanderen, Arrondissementen Dendermonde, Eeklo, Sint-Niklaas, Gent, 1990.
  • JOORIS G., Beschermd interieur van het Posthotel aan restauratie toe, in Vilain XIIII, 1993-1994, 12-14.
  • MEERSMAN M., De stationsbuurt van Wetteren, een kunsthistorisch onderzoek, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1997-1998, 53-73.
  • VAN DAMME F., De Academie voor Teken- en Bouwkunst van Wetteren. Geschiedenis van het beeldend kunstonderwijs in Wetteren van 1823 tot 1985, Wetteren, 1999, 167-169.
  • VAN DER SYPT H. & DE MOOR P., Posthotel, Wetteren, 1999.
  • VAN DE MEERSSCHE D., Folkloristische, geïllustreerde schets van het Post-Hotel, Wetteren, 1993.
  • VERBEECK M., Van herberg tot café, in M&L, VI, 1, januari-februari 1987, 8-33.
  • Monument en Tijd, in Open Monumentendag Wetteren, Wetteren, 2000, 10-11.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Café Posthotel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/85062 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.