is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie Sint-Annaparochie met tuin
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Pastorie Sint-Annaparochie
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie van de Sint-Annaparochie
Deze vaststelling was geldig van tot
Beschermd als monument bij Ministerieel Besluit van 3 juni 2005. Gelegen aan de westzijde van de kerk met de voorgevel in de as van de Edeschoolstraat. Beboomde en beplante voortuin afgesloten door laag muurtje links overgaand in de oudere hogere tuinmuur.
De vroegste vermelding van een 'pastoreel huys' in de parochie Wetteren-ten-Ede gaat terug tot 1755 toen een hofstede met huis, nabij het kerkhof in cijnspacht genomen werd voor Ten Ede, als woning voor hun proost of pastoor voor een termijn van 29 jaar tegen een vergoeding van 4 pond gram per jaar. In deze woning kon indien nodig één van de onderpastoors van de hoofdkerk van Wetteren verblijven. De woning met erf werd in 1781 verkocht door Carolina-Francisca-Josepha Limnander aan Barbara-Theresia Morel, de weduwe van Jan Huyttens. Pas in 1816 werden de pastorie en de grond rondom de kerk eigendom van de kerkgemeenschap, door een schenking vanwege Frans-Bernard Huyttens.
In 1893 werd besloten de oude woning af te breken en een nieuwe pastorie te bouwen volgens het ontwerp van architect Joseph De Bosscher (Heusden), die in 1892 reeds belast was met herstellingswerken van het dak en de toren van de 18de-eeuwse Sint-Annakapel.
Pastorie met dubbelhuisopstand van twee bouwlagen en vijf traveeën onder leien schilddak met vier grote schouwen op de hoeken en ijzeren bekroningen op beide nokuiteinden. Zeer verzorgd baksteenparement met knipvoegen gecombineerd met hartvormige sierankers en natuursteen voor sluitstenen en speklagen, op een gecementeerde plint in imitatie natuursteenverband. Overstekende geprofileerde wit geschilderde houten kroonlijst op klossen ter aflijning van de gevel. Voorzijde gemarkeerd door vooruitspringend hoekrisaliet van twee traveeën onder lager half schilddak, zijdelings geflankeerd door kleine vierkante deurportiek onder beeldnis met daarin een heiligenbeeld. Vernieuwde deur met rechthoekig bovenlicht onder segmentbogige ontlastingsboog samengesteld uit bak- en natuursteen. Licht getoogde vensters op kalkstenen lekdrempels.
Beraapte achtergevel met vooruitkomende hoektravee; segmentboogvensters gevat in vlakke gewitte omlijstingen. Begane grond achteraan uitgebreid met een keuken, bergplaats en tuinkamer.
Deels onderkelderd gebouw (met troggewelven) met typische dubbelhuisindeling. Centrale T-vormige gang aan weerszijde geflankeerd door twee woonvertrekken, met salon en eetplaats rechts door traphal van elkaar gescheiden. Op de bovenverdieping is dezelfde indeling terug te vinden. Verzorgd stuc- en lijstwerk met florale motieven en sobere marmeren schouwmantels in diverse kleuren, eigen aan de bouwperiode en de functie van het gebouw. Authentieke trap en binnenschrijnwerk.
Huidige deels ommuurde pastorietuin gaat perceelmatig terug op die van de voorgaande pastorie. Hij paalt zijdelings aan een perceel dat van 1875 tot in het begin van de 20ste eeuw als begraafplaats werd gebruikt en waarop zich nu een parochiezaaltje bevindt. In de scheidingsmuur tussen beide percelen is een deur. Aan de straatzijde is nog een deel van de hoge tuinmuur, geleed door lisenen en brede rechthoekige spaarvelden, aanwezig. De mengeling van hoog opgaande loofbomen en wintergroene aanplantingen visualiseert de eenheid van de pastorie met haar bijhorende tuin in het straatbeeld.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)