Omwalde site bestaande uit een woonhuis, koetsgebouw en stal.
Historiek
Omgrachte voormalige pachthoeve waarvan de naam Hof ten Hondert een vervorming is van het Hof ten Handaert. Dit hof zou teruggaan tot een stichting van een hospitaal voor reizigers en behoeftigen door Beatrijs van Massemen in 1220, na de dood van haar echtgenoot Geraard van Zottegem. In 1221 al maakte ze deze stichting over aan het Gasthuis van Onze-Lieve-Vrouw der Duitsers of de Duitse Orde. In 1221 werd dit Huis nog bedacht met een schenking vanwege Mathilde, vrouw van Dendermonde. Het werd in 1222 betiteld als "domus beate Marie Theutonicorum que est apud Hanret" en in 1228 als "domus beate Marie de Hanret". Hanret, de Latijnse vorm van de plaatsnaam Haandert, volgens M. Gijsseling, een plaats begroeid met jeneverbesstruiken, werd later vervormd tot Hondert. In 1228 verwierf de Duitse Orde ook het patronaatsrecht over de kerk van Massemen. Sinds eind 13de eeuw stond de Commanderij van Pitzemburg (ook Pitsenburg) te Mechelen in voor de goederen geschonken aan de Duitse orde in Vlaanderen. Een oorkonde van 1386 vermeldt een pachtovereenkomst tussen Jacob Bette en de broeders van Pitzemburg over het "goed ter Haendert" met uitzondering van de zalen, de windmolen en het opgaande hout. Het is niet bekend wanneer precies het hospitaal ophield te bestaan. Op de Ferrariskaart (1771-78) is de bijhorende overblijvende hoeve met "Hof te Pitzemburg" aangeduid. Na de afschaffing van de commanderij in 1793, in de 19de eeuw onder meer in het bezit van de families de Nieuwlant, van Pottelberghe en Puisssant d’Agimont.
Beschrijving
Vierkant omgracht domein met woonhuis ten noorden, twee vleugels teruggaand op de vroegere stallen en koetsgebouw respectievelijk ten oosten en ten westen parallel tegenover elkaar op het recent nieuw aangelegde voorerf. Na 1988 werden de gebouwen grondig gerestaureerd onder leiding van de architecten Verstraeten, Janssens en De Witte, deels met vernieuwing van materialen.
Woonhuis, voorheen op cartouche van de voorgevel gedateerd 1719 (volgens aantekening in het pastoraal archief, mogelijk bouwjaar en nu onleesbaar), met kenmerken eigen aan de overgangsperiode van de traditionele bak- en zandsteenbouw naar de Lodewijk XIV-stijl. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder leien schilddak (voorheen Vlaamse pannen), met centraal dakvenster met punttop. Opgetrokken uit baksteen op een gecementeerde grijsgeschilderde plint. Verwerking van zandsteen voor deur- en vensteromlijstingen. Oorspronkelijk rood gekaleid met witgeschilderde zandsteenelementen. Op de begane grond nog drie traditionele getraliede zandstenen kruiskozijnen; vernieuwde zandsteen en verdwenen halve luiken. De linkertravee bleef blind op de begane grond. Gemarkeerde centrale deurtravee met rondboogdeur in vernieuwde zandstenen omlijsting met boog op imposten, sluitsteen en bekronende gebogen waterlijst; omlijst bolkozijn bovenlicht. Bovenverdieping met vijf segmentbogige venster in markerende omlijstingen met oren. Centraal omlijst deurvenster met balusterborstwering. Overal nieuw schrijnwerk. Borstweringen links en rechts van de deurtravee met sterk verweerde zandstenen cartouches met wapenschilden van de commanderij van Pitzemburg, links met kruis, rechts mogelijk met een pelikaan die zijn jongen voedt. Aflijnende zandstenen daklijst en overstekende dakschilden op uitgewerkte houten consoles.
Zijgevels met twee smalle zandstenen kloosterkozijnen op de bovenverdieping; bij de renovatie toegevoegde rondboogvormig deurvensters op de begane grond. Achtergevel met oorspronkelijk enkel twee vierkante getraliede opkamervenstertjes in de linker- en rechtertravee en twee kruiskozijnen in de tweede en vierde travee op de bovenverdieping. Heden met bij de restauratie toegevoegde veranda boven de kelderverdieping en rondboogvenster tussen de kruiskozijnen op de bovenverdieping.
Gerenoveerd interieur in centrale gang met naar oorspronkelijk model vernieuwde houten spiltrap achteraan. In beide voorkamers links en rechts behouden samengestelde balkenlagen, open haarden en door verwijdering van de tussenwand geïncorporeerde vroegere opkamers aan de achterzijde. Rechter voorkamer met moerbalken met slof op geprofileerde zandstenen consoles en gotische haard met geprofileerde zandstenen schouwbenen; haardwand bekleed met gesinterde baksteen. De linker voorkamer behield een gelijkaardige zoldering en een barokke haard met zwartmarmeren haardwangen met voluten en een nieuw gemetste bakstenen haardwand. Achteraan bevinden zich twee gewelfde huiskelders. Nieuwe vloeren en deuren.
Ten oosten, herbouwde vroegere stallen uit de 19de eeuw, nu kantoor en woning met vernieuwde gevels en pannen zadeldak met driehoekige dakvensters; voorheen witgekalkt en onder golfplaten dak. Bakstenen erfgevel met aangepaste en nieuwe muuropeningen.
Ten westen, herbouwde voormalige dwarsschuur en wagenhuis met korfboogvormige zandstenen poortomlijsting in de erfgevel, naar verluidt recuperatiemateriaal van een vroeger gebouw, hergebruikt in de schuur en heden behouden. Nieuw pannen schilddak.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Caerte figurative sur vélin de la ferme dite "Hof ter Handaert" sise sous Massemen et Wetteren et appartenant à la même commanderie (de Pitzembourg à Malines); dressé par l’arpenteur J. (D.) Bogaerts, 1721, (Gachard L., Inventaire des cartes et plans, Bruxelles, 1948, p. 128, nummer 1034).
Vlaams ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Afdeling Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
Wetteren (Massemen) pastoraal archief, Liber Memorialis (1881-1898).
DE GEEST R. – DE MAESSCHALCK A.- DE PERMENTIER C. e.a., Langs Schelde en Durme, Gent, 1986, p. 76.
DE PAUW R. - GOETHALS K., Massemen 1019-1976, Massemen, 1976, p. 26.
JAMEES A., De oorkonden van Pitsemburg. Commanderij van de Duitse Ridderorde te Mechelen (1190-1794), Antwerpen, I-V, 1991-2000.
UYTTENDAELE R., CLINCKSPOOR J. & DE MOL D., Wetteren fotoarchief 1860 - 1962, Wetteren, 1985, p. 279.
VAN HEDEN R., Massemen: van de Vurst tot de Kortenbos, Wetteren, 2007, p. 143-148.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)