Neogotische grafkapel van de Hoogleedse pastoors, als enig restant van voormalig kerkhof. In oorsprong uit het vierde kwart van de 19de eeuw, wegens oorlogsschade gesloopt circa 1922 en in sterk gewijzigde toestand heropgebouwd vóór 1930. Gele baksteenbouw verfraaid met natuursteen. Bedehuisje met driezijdige sluiting, onder leien zadeldak. Verankerde schoudergevel. Vier treden leiden tot geprofileerde korfbogige deuropening, afgelijnd door waterlijst verfraaid met hogels en kruisbloem waarin smeedijzeren hek. In zijgevels spitsbogige muuropeningen. Hoeken geaccentueerd door middel van overhoekse steunberen. Interieur voorzien van houten spitstongewelf, en straalgewelf ter hoogte van sluiting. Calvarieberg.
ANCKAERT F., VANACKER M., Hooglede door de jaren heen, Deel 1, Hooglede, 1995, p. 57.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C. & VANNESTE P. met medewerking van TANSENS A. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)