is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kapel Onze-Lieve-Vrouw ter Nood met linden
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Kapel Onze-Lieve-Vrouw ter Nood met linden
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kapel Onze-Lieve-Vrouw ter Nood
Deze vaststelling was geldig van tot
De kleine Onze-Lieve-Vrouw ter Noodkapel, vroeger ook als Sint-Anna Doornkapel gekend, in de wijk Sint-Anna, klimt volgens historisch kaartmateriaal in kern op tot de 18de eeuw en werd in 1816 gerenoveerd of herbouwd. De naamgeving van de kapel, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw ter Nood, verwijst naar een oude Mariadevotie en bevestigt de oude oorsprong van de kapel. Traditioneel voor een christelijke cultusplaats is de kapel vergezeld van twee lindebomen.
De Onze-Lieve-Vrouw ter Noodkapel, voorheen Sint-Anna Doornkapel genoemd, is in het land- en kaartenboek van Hamme (1772-1776) op dezelfde plaats opgetekend en geïdentificeerd als “’t Kapelleken in ’t gehuchte genaemt den Dooren”.
Voortgaande op de vormgeving van de voorgevel en het cartografisch bronnenmateriaal is de kapel een 18de-eeuwse constructie die werd hersteld in 1816. Het is niet bekend wie opdracht gaf tot de bouw of heropbouw van de kapel, noch wie de werken financierde.
De Onze-Lieve-Vrouw ter Noodkapel is afgebeeld op de kaart van Vandermaelen (1847-1848) als “Chap. Ste Anne”, evenals op de Poppkaart (circa 1860) waar ze geïdentificeerd wordt als “Sint Anna Doorn kapel”. Ook op de historische kaart van het Dépôt de la Guerre van 1870 is de wegkapel op de huidige locatie opgetekend.
De straat Doorn gaat terug op een oud straattracé dat reeds afgebeeld is op de “Ommelooper & Terrier ofte Landt & Caerteboek (…)” van 1772-1776 en dat gelegen is binnen de afgelegen wijk en parochie Hamme - Sint-Anna vlakbij de gemeentegrens met Zele. Voorheen stond Doorn in aansluiting met de straat genaamd Sint-Anna als onderdeel van de wegverbinding Hamme - Zele binnen het westelijke uiteinde van de wijk Sint-Anna.
Stilistisch vertoont de kleine devotieplaats gelijkenissen met de kapel Tweebruggen op het Tweebruggenplein te Hamme, die eveneens aan Onze-Lieve-Vrouw ter Nood gewijd is. Deze grote wegkapel in rococostijl dateert van 1763 en valt in het straatbeeld op door de prachtig uitgewerkte hardstenen voorgevel. Deze wordt gemarkeerd door een in- en uitgezwenkte top onder gebogen fronton met bekronend ijzeren kruis. De verdiepte hoekpilasters, aan weerszijden van de spiegelboogvormige deur, vertonen een rocaillemotief onderaan en bekronende Ionische kapitelen bovenaan. Volgens de geschiedschrijving werd de kapel in 1814 hersteld of herbouwd.
Hetzelfde gebeurde in 1818 met de fraaie Begijnhofkapel in de Slangstraat (Hamme), die in kern opklimt tot de 18de eeuw en naar vormgeving eveneens gelijkenissen vertoont met de monumentalere kapel Tweebruggen. De voorgevel, thans ruw beraapt, wordt bekroond door een rococo in- en uitgezwenkte top met hardstenen voluten en gebogen pseudofronton met ijzeren kruis. De begrenzende zandstenen verdiepte hoekpilasters, op hoge geprofileerde gebogen sokkels, vertonen rocaillemotieven. De kapel zou vernield geweest zijn tijdens de Franse Revolutie en al dan niet geheel of gedeeltelijk heropgebouwd zijn in 1818.
Tijdens de Franse Revolutie werd bij wet van 2 november 1789 beslag gelegd op kerkelijke goederen en werd de eredienst verboden. Veel historische waardevolle gebouwen, kastelen, kerken, kloosters en kapellen werden als nationaal goed verkocht, gesloopt en/of herbestemd. Door de wet van 29 september 1795, waarin gesteld werd dat alle christelijke symbolen uit het openbaar dienden geweerd te worden, verdwenen ook veel kleinere kapellen, heiligenbeelden en Madonna’s uit het straatbeeld.
Het Concordaat van 15 juli 1801, afgesloten tussen paus Pius VII en Napoleon Bonaparte, was de aanzet voor een schuchtere vrede tussen Kerk en Staat en voorzag onder meer in het herstel van de vrijheid van eredienst. Na de val van Napoleon in 1815 kon de Katholieke Kerk haar positie van voor de Franse Revolutie herstellen. De heropbouw of restauratie van veel kapellen, zoals de Onze-Lieve-Vrouw ter Noodkapel, vanaf de jaren 1815 is binnen dit historisch kader te situeren. De bouw of herbouw van de Onze-Lieve-Vrouw ter Noodkapel aan Doorn is in dezelfde periode, 1816, te dateren.
Onze Lieve Vrouw ter Nood of Nood Gods is één van de vele Mariatitels. De Nood Gods verwijst naar het verdriet van Maria om de dood van haar zoon Jezus. Maria wordt traditioneel zittend voorgesteld met het lichaam van de gestorven Jezus op haar schoot, gekend als de ‘piëta’. Dit motief komt reeds voor vanaf het einde van de 14de eeuw in de miniatuur- en beeldhouwkunst. Traditioneel worden Maria en Jezus alleen voorgesteld. Soms zijn ze vergezeld van Johannes de Evangelist en Maria Magdalena. Vanuit haar verdriet om het verlies van haar zoon wordt Onze-Lieve-Vrouw ter Nood door gelovigen ook aanroepen om hulp te bieden aan mensen in nood.
De Onze-Lieve-Vrouw ter Noodkapel, voorheen Sint-Anna Doornkapel genoemd, situeert zich in de zeer landelijke wijk Sint-Anna. De mooie wegkapel is ingeplant te midden van de straat op de driesprong gevormd door de rechte straathoek van Doorn en de Legierstraat.
De Onze-Lieve-Vrouw ter Noodkapel is met de voorgevel gericht naar het oosten in de as van Doorn en wordt traditioneel geflankeerd door twee (jongere) linden en een zitbank links. De wegkapel op rechthoekige plattegrond onder een pannen zadeldak is zeer waarschijnlijk een 18de-eeuwse constructie (confer de vormgeving van de voorgevel) die hersteld werd in 1816.
Het exterieur wordt gemarkeerd door gewitte bakstenen buitengevels met lichtgrijs geschilderde plint, deur- en vensteromlijstingen. De voorgevel wordt begrensd door hoekpilasters op uitspringende sokkel en is voorzien van een typerende klokvormige geveltop met aflijning aanzettend op voluten. Het topstuk wordt bekroond door een sierlijk gesmeed ijzeren kruis met passienagels en ingewerkt IHS monogram.
Onder een ijzeren vlaggenhouder in de topgevel is een hardstenen gedenkplaat aangebracht met opschrift: "O. H. MAEGD/ MARIA TER/ NOOD BEVRYD/ ONS VAN EEN/ KWAEDE/ DOOD/ ANNO 1816".
De houten rondboogdeur is wat verdiept geplaatst en wordt gemarkeerd door sierlijke verticale lichtspleten in de bovenhelft van de houten deur. De zijgevels zijn voorzien van rondboogvenstertje. De blinde vlakke achtergevel is afgewerkt als een met een tuitgevel op schouderstukken.
De kleine eenbeukige binnenruimte is zeer sober afgewerkt met gepleisterde, witgeschilderde wanden onder een jongere valse vlakke zoldering. De witte tegelvloer is vernieuwd.
Een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw met Kind staat in een blauwgeschilderde korfboognis met vergulde sterren ingewerkt in de koorwand, boven een gewitte gemetste altaartafel. Daarvoor bevindt zich een houten omkaderde plaat met ex-voto’s.
Tot slot herbergt de kapel nog een ijzeren kaarsenhouder, diverse houten stoelen en biscuit-beeldjes onder stolp die wellicht geplaatst werden door de gebuurte.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/42008/113.1, Onze-Lieve-Vrouw ter Noodkapel met linden.
Auteurs: Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Doorn
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kapel Onze-Lieve-Vrouw ter Nood met linden [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/85298 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.