Achterin gelegen villa met bijhorende deels omringende beboomde tuin. Volgens kadasterarchief in 1931 nieuw gebouwd door G.F. Bogaert –D’Hauwe. Nadien bezit van paardenslachter Cooreman. Van 1957 tot 1989 in eigendom van het aanpalende bedrijf Tasibel en gebruikt als showroom. Daarna opnieuw als woning ingericht. Diepe voortuin met brede oprit aan de straat voorzien van een afsluiting van bak- en hardsteen met opvallend decoratief en origineel uitgewerkt vierdelig hekwerk.

Pittoreske villa enigszins verwant aan de cottagestijl. Twee bouwlagen tellend overwegend in baksteenbouw onder kunstleien bedaking gevormd door schilddaken met lagere overstekende wolfsdaken. De asymmetrische opbouw met diverse in- en uitsprongen draagt bij tot het levendige voorkomen van het landhuis. Zo is er een opvallende gebogen erker doorlopend over beide bouwlagen in de voorgevel, een kleinere driekwart ronde en een polygonale erker op de gevelhoeken, evenals overhuifde hoekuitsparingen. Bepleisterde gevelvelden, hardstenen onderdelen met een bijzondere vormgeving en gewit decoratief houtwerk verlenen de constructie een persoonlijke en originele toets. Authentiek en verzorgd afgewerkt schrijnwerk waaronder typische schuiframen en kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Dubbele inkomdeur voorafgegaan door een brede portiek met half leien schilddak op vier stijlen met gestileerde balustervorm. Verdiept balkon boven de deur met houten afdak. Houten veranda aan de achtergevelzijde voorafgegaan door een hoekportiek. Hoog rondbooglicht van trappenhuis boven de achterdeur voorzien van gekleurd glas-in-loodraam met florale motieven.

Het haaks tegen de achtergevel aanleunend achterhuis met koetshuis van anderhalve bouwlaag sluit ook stilistisch bij de woning aan. Koetshuis met vooruitspringende puntgevel, afgeschuinde gevelhoeken met hoekversiering. Deuren en poortvleugels deels beglaasd en met decoratieve geometrische tracering.