Rijhuis van twee traveeën en drie verdiepingen onder een zadeldak, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in provinciale Louis-Philippe-trant. Horizontale geleding door middel van doorlopende lekdrempels, spiegel met loofwerkversiering op de borstwering der bovenverdieping en het hoofdgestel met cordon, casementenfries en kroonlijst op uitgewerkte consoles. Schouderboogvensters in een geriemde omlijsting met stucsluitsteen. Volledig verbouwde begane grond.