Voormalige herenhoeve, centraal gelegen in het gehucht Meerstraat en lokaal bijgenaamd " 't Hof". Naar verluidt vonden vroeger namelijk veel omwonenden tewerkstelling op het landbouwbedrijf met jeneverstokerij, latere brouwerij en een paardenkwekerij. In 1775 was D'hoirs Pieter van Vossole eigenaar van de hier gelegen hofstede (zie het land en kaartenboek van Hamme van 1772-1776). De weergegeven grote hoeve met losse bestanddelen was volgens het kadasterarchief minstens van in het tweede kwart van de 19de eeuw eigendom van de familie Moens. Pieter Judocus Moens verving de meeste gebouwen door nieuwe: hij richtte in 1865 een stokerij op aan de zuidzijde van het voorerf en herbouwde in 1868 de woning op de plaats van de voorgaande, mogelijk met in kern gedeeltelijk behoud van het oudere huis. Het stokerijgebouw werd herhaaldelijk vergroot (1883, 1888 en 1899). Octaaf August Moens vormde de stokerij in 1903 om tot een brouwerij en bouwde er ook een conciërgewoning. In 1911 werd de hoeve met brouwerij verkocht aan ingenieur P. Baillon uit Dendermonde. De brouwerijactiviteit zou met de eerste Wereldoorlog gestopt zijn.

Alleenstaande woning aanvankelijk op het voorerf vergezeld van aan weerszij naast de perceelsgrenzen ingeplante bedrijfsgebouwen en bijgaande conciërgewoning aan de straatkant; deze laatste evenals de paardenstallen ten noorden zijn intussen gesloopt. Voortuin aan de straat met een degelijke afsluiting in overeenstemming met de burgerlijke allure van de woning. Voorzien van hekwerk aan bakstenen pijlers met getrapt metselwerk onder de dekplaten, rechts van de toegang op lage bakstenen muur. Breed toegangshek aan zwaardere pijlers en afzonderlijk voetgangershek.

Achterin gelegen rechthoekig boerenburgerhuis van vijf traveeën breed met kenmerkende symmetrische dubbelhuisopstand. Baksteenbouw op gecementeerde plint. Pannen zadeldak met toegevoegde dakkapellen. In de naar de straat gerichte voorgevel zijn de muuropeningen op typische wijze voor de burgerwoningbouw van de jaren 1860 voorzien van afgeronde bovenhoeken. Getraliede vensters gevat in opvallende witte omlijstingen. Centrale deur van de lijstgevel met neoclassicistische rechthoekige hardstenen omlijsting waarvan de kroonlijst rust op gegroefde rolwerkconsoles. Een eenvoudig hoofdgestel met geprofileerde bakstenen architraaflijst en brede houten kroonlijst als gevelbeëindiging. In de achtergevel zijn lagere rechthoekige muuropeningen aangebracht omlijst door gewitte platte banden; de vensters zijn eveneens van tralies voorzien. Aflijnende gewitte geprofileerde daklijst.

Het interieur bewaart haar originele indeling, een tongewelfde huiskelder, T-vormige trapgang, diensttrap in zijkamer achter een slaapkamer met alkoof. Salon met verfijnde neoclassicistische stucornamentiek op de zoldering en op de schouwboezem, marmeren schouwmantel. Traditionele Vlaamse haard met wangen van gesinterde bakstenen en houten haardlijst in de woonkamer en in de keuken. Oorspronkelijke paneeldeuren en trappen. Overblijfsel van bakstenen brouwerijgebouw met vroegere graanzolder, nu in gebruik als garage met berging. Nog herkenbaar als landelijk bedrijfsgebouw in L-vorm; constructie in bakstenen metselwerk onder pannen zadeldak met ronde bakstenen fabrieksschoorsteen. Een zijpuntgevel met ruitvormige verankeringen en voorzien van katrol boven zolderlaadvenster en twee ronde uilengaten.