Grote hoeve naar verluidt sinds de jaren 1970 Sint-Annahoeve genaamd. Minstens tot midden 17de eeuw opklimmende hoeve. Op de houten latei van de voordeur is het boerenhuis 1658 gedateerd en van een kruisje voorzien. In het Land- en kaartenboek van Hamme (1772-1776) weergegeven als een nog deels omgrachte grote hoeve met losse bestanddelen opgesteld aan de vier zijden van het ruime woonerf in een configuratie waarop de huidige gebouwen grotendeels teruggaan. Noordelijke erfzijde achter Sint Anna afgezoomd door een ligusterhaag, een hulsthaag opzij ten westen aan Rupsenstraat.

Gekasseide oprit en breed ijzeren toegangshek bij de noordwestelijke erfhoek tussen een deels hermetste hekpijler en de schuur. Midden op het erf gelegen langgerekt bakstenen boerenhuis van één bouwlaag met noordelijk gerichte voorgevel. Volgens sporen in het metselwerk (zie bouwnaden) deels vernieuwd met aanpassing van muuropeningen; uitzicht laatst nog gewijzigd bij renovatiewerken in 1996 (voorheen gewit). Baksteenbouw met muurvlechtingen in beide zijpuntgevels en diverse verankeringen waaronder met kram en krul die getuigen van de oude kern. Gedeeltelijk mank zadeldak met doorlopende nok. Voorgevel met één klimmend dakvenster en muuropeningen met houten latei voorzien van typische raamkozijnen voor het derde kwart van de 19de eeuw en twee schuiframen uit het interbellum. Andere venstervormen onder meer in de manke linker zijpuntgevel: een oculus boven gebogen zoldervenster, met bakstenen druiplijstje (18de eeuws?). Buitenkelderdeur in de rechter zijpuntgevel. Haakse aanbouw aan de achtergevelzijde. De woning bezit twee kelders en een oude Vlaamse haard met rest van een geprofileerd natuurstenen schouwbeen en een houten haardlijst.

Ten westen in de 20ste eeuw verhoogde en voorts verlengde stalvleugel. Ten noorden gelegen dwarsschuur. Bakhuis van het samengestelde type, met aanbouwen, ten zuiden op het achtererf.