Sedert 1798 uit een hoeve gegroeid landhuis uit de 19de en 20ste eeuw dat een oude kern bewaart in een ongeveer 40 ha groot landgoed met park in landschappelijke stijl uit het laatste kwart van de 19de eeuw, een bospark gekenmerkt door het erg geaccidenteerde reliëf en een oud bomenbestand met enkele kampioenbomen.
Op het Primitief kadasterplan van 1810 door R. Vandevelde bestaan het kasteel en het landgoed nog niet. Maar in de bocht van de weg van Schalkhoven naar Werm en tegen de straat aan ligt er een gebouw (perceel nr. 44) waarbij twee percelen tuin (nr. 45 en 46) horen en drie percelen lusttuin (nr. 41,42,43) die samen 34 a beslaan. Volgens de legger van 1841 was Louis Ulric Schaetzen, raadsheer aan het hof van beroep in Luik er de eigenaar van. Het zelfde jaar trof een brand dit goed, wat het einde betekende van de boerderij.
Na de wederopbouw bleef enkel het herenkwartier over en die vormt de kern van het huidige landgoed dat tot 1978 in het bezit bleef van de Tongerse familie de Schaetzen, die de stad meerdere burgemeesters en secretarissen schonk. Hun voorvader stadssecretaris Georges Schaetzen had Hardelingen in 1798 als zwartgoed gekocht. Het was een voormalig allodiaal goed van het Tongerse O.-L.-Vrouwekapittel en oorspronkelijk meer dan 100 bunder groot. Er hoorde toen een boerderij bij, waarvan het herenhuis door de familie als buitenhuis werd gebruikt.
Het huidige kasteel ontstond hieruit, tijdens meerdere bouwfasen die men in de kadastrale mutatieschetsen kan volgen. Na de samenvoeging volgens hun grondgebruik van de verschillende kleine Primitieve percelen in 1850, volgt in 1881 een belangrijke ontwikkeling die ook de aanleg van het park inhield: de samenvoeging tot twee grote percelen, de vergroting van het huis en de verlegging van de straat een tiental meter verder van het huis, over de hele lengte van het eigendom. Het perceeltje nr. 40, dat een kleine kapel was, maar in de Primitieve legger als lusttuin staat opgetekend (omdat ze in ruïne was?), duikt in 1860 in de eigenaarslegger opnieuw als kapel op; later verdwijnt ze definitief. Deze evolutie mag op naam geschreven van Oscar-Joseph de Schaetzen (1836-1907), rentenier, volksvertegenwoordiger, en vader van vijf dochters en zes zonen, uit zijn twee huwelijken, eerst met zijn nicht Hortense Schaetzen en dan met Marie-Thérèse de Corswarem (1845-1919). In navolging van hun vader huwden zijn nakomelingen in de lagere adellijke kringen of de welstellende burgerij. Zelf werd Oscar in 1876 ridder de Schaetzen. De kinderen werden in 1879 in het park geportretteerd door kunstschilder Willem Constant Claes (1826-1905) die de kleinzoon was van Guillaume Claes (1752-1841), de bekende Hasseltse opkoper van zwartgoed en eigenaar van Herkenrode en Alden Biesen. In de achtergrond van het schilderij staat het witgeschilderde landhuis met een hoge vierkante toren.
Vandaag is het baksteenmetselwerk van de gevels zichtbaar en telt het huis twee bouwlagen. Een hoog schilddak vervangt het mansardedak dat nog op de oude prentkaarten is te zien. De oude kern van het gebouw schijnt het centrale gedeelte, een breedhuis van het dubbelhuistype, vijf traveeën, dat in 1927 werd uitgebreid met een haakse vleugel en vierkante toren van drie bouwlagen tegen de achtergevel, en een haakse vleugel tegen de rechterzijgevel. Ook de muuropeningen van het centrale gedeelte schijnen te dateren uit de periode van de verbouwing: getoogde vensters, voorzien van een mergelstenen latei met sluitsteen en een hardstenen lekdrempel; rechthoekige deur in een geprofileerde, hardstenen omlijsting. Dankzij de rechthoekige ramen met beluikte achtruiters op de begane grond, de zesruiters op de bovenverdieping en het kleine fronton boven de deur heeft het landhuis een sobere classicistische uitstraling, tenminste aan de parkzijde. De witte pleisterlaag die dat karakter versterkte, deed het kasteel voorheen ook in de groene omgeving oplichten. In de toren is een wapensteen ingemetseld en in de blinde gevel van de uitspringende travee staat het jaartal 1927 en "modus in rebus" en het alliantieschild van Charles Alfred de Schaetzen en Mathilde d'Udekem d'Acoz. Verschillende dienstgebouwen, onder meer een wagenhuis dat tegen de westzijde aanleunt.
De verre oorsprong van het landgoed blijkt uit de ligging in een bronrijk gebied en bij de Hardelingenbeek die er de westelijke grens van vormt. De gronden hebben duidelijk onderscheiden delen met een eigen karakter en bestemming, zonder harde begrenzingen. Het tuingedeelte heeft een strakke aanleg en sluit aan bij het huis. Het noordwestelijke deel van het terrein, waar voorheen de moetuin en de boomgaard lag, is bestemd voor sport en spel (zwembad, tennis, rijpiste) of ingericht voor de stoeterij van de huidige eigenaar. Het park in landschappelijke stijl strekt zich uit ten oosten van het huis langsheen de Hardelingenstraat in de richting van de Kruislinde, het hoog gelegen kruispunt van de oude wegen naar Hoeselt, Werm, Sint-Huibrechts-Hern, Hardelingen en Schalkhoven. Het parkbos tenslotte, ter plaatse 'de kop' genoemd, is een belangrijke restant van het oude Hardelingenbos waarvan het kapittel van Tongeren de opgaande bomen in 1677 gebruikte voor de wederopbouw van de dakspant van de O.-L.-Vrouwekerk.
Een lage muur met een spijlenhek en een nu geautomatiseerde inrijpoort vormt de grens tussen de straat en de voortuin. Het hek gaat terug op een ouder model van smeed- en gietijzer, bestaande uit ronde spijlen tussen een boven- en onderregel. De korte oprit in kassei gaat over in kiezel en dolomiet. Als overgang tussen het huis en het park is er een kleine strakke aanleg rond een achthoekig waterbekken met een centraal beeld, waar rond snoeivormen, vazen voor éénjarige bloemen en een natuurstenen bank staan. Ook op de gazons rond het huis zijn moderne sculpturen verzameld.
Het park is van de straat afgeschermd door een dichte begroeiing en heeft een oplopend, ruim gazon dat overgaat in een weide, het geheel met een aangenaam reliëf. Enkele oude solitairen, soms op een kleine verhevenheid geplant, blijven over van een hele reeks volwassen bomen (onder meer wel 80 beuken) die door een vorige eigenaar werden gekapt en waarvan verschillende hoge stronken de trieste getuigen zijn. Ook enkele hardstenen sokkels met beelden, onder meer een mooie Ceres van kunststof of vazen voor eenjarige bloemen, vooral in de overgangszone naar het parkbos, zijn de overblijfselen van een kleurrijker park met een meer subtiele aanleg dan vandaag.
Het parkpad naast de randbegroeiing sluit aan op het netwerk van wandelwegen in het parkbos. Hier is het reliëf nog uitgesprokener en de talrijke bronnen en kwellen (water dat aan de oppervlakte komt) zorgen voor een specifieke sfeer. Op de hellingen groeit voornamelijk beuk, in de diepten vooral eik. Dit natuurlijk gegeven werd door Oscar de Schaetzen benut, van paden voorzien en bij zijn park betrokken. Op de Dépotkaart van 1871 is er immers enkel vanaf de straat een rechte laan naar het bos te zien, vermoedelijk een exploitatieweg. De site van het huidige park was toen deels een boomgaard en deels akkerland. Het schilderij met de kinderen de Schaetzen laat vermoeden dat de parkaanleg in 1879 voltooid was.
In de bomengordel langs de straat: zomereik (Quercus robur), paardenkastanje (Aesculus hippocastanum)(403 cm, stamomtrek standaard gemeten op 150 cm hoogte), een monumentale tamme kastanje (Castanea sativa)(585 cm) op een heuveltje, es (Fraxinus excelsior)(418cm) naast de tamme kastanje, gevorkt op 150 cm hoogte), gewone esdoorn met bontbladig blad (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'). Op het grasveld voor het kasteel: monumentale solitaire kampioen grauwe abeel (Populus x canescens)(622 cm); solitaire zomereik (Quercus robur)(395 cm) naast de abeel maar met zwammen. Solitairen in de weide: Amerikaanse amberboom (Liquidambar styraciflua)(255 cm), Noorse esdoorn (Acer platanoides, een jong exemplaar), een tiental zomereiken (Quercus robur) (295 cm). Op de overgang van de weide naar het parkbos: mooie solitaire bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea')(412 cm), solitaire grauwe abeel (Populus x canescens) in de paardeweide, mooie vitale zomereik (Quercus robur)(390 cm) langs het pad, mooie gewone beuk (Fagus sylvatica)(535 cm) in de helling van het bos, zeer mooi monumentale zomereik (Quercus robur)(585 cm), solitaire grauwe abeel (Populus x canescens) aan de bosrand, twee veldesdoorn (Acer campestre) links en rechts van de grauwe abeel. Een solitaire groep op een heuveltje bij het kasteel: vitale grootbladige linde (Tilia platyphillos)(312 cm), tamme kastanje (Castanea sativa)(455 cm) met veel wortelopslag, een mooie zuilvormige Virginische jeneverbes (Juniperus virginiana 'Skyrocket')(142 cm) een kampioen, solitaire zuilvormige zomereik (Quercus robur 'Fastigiata')(475 cm) die best zou vrijgesteld worden, een solitaire, zoals gewoonlijk scheefgezakte zwarte moerbei (Morus nigra) naast een recent geplante pruimenboom die best verwijderd wordt. Naast het kasteel, een solitaire bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea')(312 cm) met zwamaantasting.
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BROECK M. 2008: Inventaris van historische tuinen en parken in Hoeselt, onuitgegeven tekst, Agentschap Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van den Broeck, Myriam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van den Broeck M. 2008: Kasteeldomein Hardelingen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281403 (geraadpleegd op ).
Landhuis, gelegen in een ruim, Engels park. De oude kern van het gebouw schijnt het centrale gedeelte, een breedhuis van het dubbelhuistype, vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak, dat in 1927 (datering op een gevelsteen met twee wapenschilden) werd uitgebreid met een haakse vleugel en vierkante toren van drie bouwlagen tegen de achtergevel, en een haakse vleugel tegen de rechterzijgevel.
Bakstenen gebouwen onder schilddaken. Ook de muuropeningen van het centrale gedeelte schijnen te dateren uit de periode van de verbouwing: getoogde vensters, voorzien van een mergelstenen latei met sluitsteen en een hardstenen lekdrempel; rechthoekige deur in een geprofileerde, hardstenen omlijsting.
Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1996: Kasteeldomein Hardelingen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/855 (geraadpleegd op ).