erfgoedobject

Motte van Kessenich

archeologisch / bouwkundig element
ID
86078
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86078

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Burcht van Kessenich
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Motte van Kessenich
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

De site was de logische keuze voor de bouw van een versterking: een in de Maasvallei vooruitstekende hoogte, de meest oostelijke uitloper van het middenterras van de Maas. Oorspronkelijk stroomde de Maas aan de voet ervan. De omgeving van de burcht en de kerk waren reeds in de ijzertijd bewoond; vondsten uit de Romeinse periode bevestigen de bewoning van de site in deze periode.

HISTORIEK

De eerste baanderheren van de vrijheerlijkheid Kessenich, Wilhelmus en Rogier van Kessenic, worden in 1102 vermeld. De eerste vermelding van een burcht dateert van 1155 (castrum Cassenic). De achtkantige burchttoren sluit wat betreft typologie aan bij een datering in de eerste helft van de 12de eeuw. Gelijktijdig met de burcht werd een nieuwe kerk opgericht ter vervanging van een ouder kerkgebouw op deze plaats. Vóór het midden van de 16de eeuw werd de burchttoren gesloopt en vervangen door een vierkant gebouw. Mogelijk was dit een gevolg van de inbeslagname door de Bourgondiërs van de goederen van Jan de Wilde na diens dood in 1468. De 12de-eeuwse kerk werd in dezelfde periode vervangen door een gebouw in Maasgotische stijl. Bij de verdeling van de heerlijkheid in 1653 komt de burcht in handen van de familie von Kniphausen van Vogelzanck; zij bewonen de burcht niet, aangezien ze steeds op hun kasteel in Zolder verblijven. Vanaf dan blijft de burcht onbewoond, wat waarschijnlijk de oorzaak is van het verval, hoewel Ferdinand van Vogelsanck in 1685 het kasteel nog laat herstellen. Wat van het kasteel rest wordt samen met de andere goederen van Anna-Salomé van Waes in 1804 verkocht aan Hendrik Joseph Michiels, de latere baron Michiels van Kessenich.

Vanaf 1825 had de familie Michiels een grafkelder boven op de Berg, in de Atlas van de Buurtwegen (1845) aangeduid als een klein, rechthoekig gebouw. Op dat ogenblik waren er geen resten van de burcht meer bewaard. In 1899 richt de familie Michiels op de genivelleerde site de huidige, neogotische grafkapel op. In dezelfde periode werd de gotische kerk, op de toren na, afgebroken en vervangen door de huidige neogotische constructie (1898-1899).

De opgravingen van de burchtsite gebeurden circa 1870 (pastoor Franssen van Ittervoort), in 1966 (A. Claassen), 1972 (A. Matthys, Nationale Dienst voor Opgravingen) en 1984 (met medewerking van de Koning Boudewijnstichting en door het Dorpskerncomitee van Kessenich).

BESCHRIJVING

Op de motheuvel bevinden zich een aantal resten, die vier bouwfasen vertegenwoordigen.

De oudste resten zijn die van de burchttoren, een achthoekige constructie met zijden van circa 4 meter lengte, een totale doorsnede van 10 meter, muren van 2,60 à 3 meter dik, en een cirkelvormige binnenruimte met een doorsnede van 4,60 meter; het Ooostdeel is door afgravingen verdwenen; waarschijnlijk werd het gedeelte van de ringgracht tussen mot en kerk, waarover thans de straat ligt, met grond van de oostmotflank gedempt. De toren bevindt zich op de oostzijde van het motplateau. De constructie bestaat uit regelmatige lagen Maaskeien, gebed in kalkmortel; de buitenkant en hoeken zijn in zwaardere keien opgetrokken. De totaal bewaarde hoogte is 2,20 meter.

De tweede bouwfase omvat een ruitvormige constructie, aangebouwd aan de zuidzijde tegen de burchttoren; de functie is niet duidelijk. Het is een veeleer slordig bouwwerk, met muren van 1 tot 1,50 meter dik, aan de westkant mogelijk van steunbeertjes voorzien. De basis bestaat uit mergelblokken, de muren uit Maaskeien, stukken baksteen en mortel.

De derde bouwfase vond plaats na de verdwijning van de burchttoren rond midden 16de eeuw. Het betreft een rechthoekige ruimte van 6 x 6 meter, gedeeltelijk boven de torenruïne geplaatst en opgetrokken uit hergebruikt materiaal. Dezelfde bouwfase omvat een lichte omheining van mergelblokken, 0,25 meter dik, die de rand van het plateau omgaf, en waarvan sporen bewaard bleven.

In de laatste fase zijn al deze resten genivelleerd en werd de grafkapel van de familie Michiels gebouwd.

  • CLAASSEN A., Kessenich: middeleeuwse motte, (Archeologie, 2, 1966, p.76-77).
  • CLAASSEN A., De burcht van Kessenich, (Limburg, 46, 1967, p.76, 83, 87).
  • MATTHYS A., De mote van Kessenich, (Archaeologica Belgica 240, 1981).

Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Motte van Kessenich [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86078 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.