Grafkapel van de familie baron Michiels van Kessenich. Gebouwd in 1899 op de genivelleerde resten van de burcht van Kessenich. Vierkante kapel van één travee onder tentdak (kunstleien).
Baksteen op een bakstenen plint. Op elke hoek een overhoekse steunbeer van drie versnijdingen met hardstenen afdekking. Baksteenfries onder de dakrand. In elke zijgevel een rondboogvenster in een geprofileerde bakstenen omlijsting met hardstenen afzaat, met een bakstenen waterlijst eronder. Rondboogportaal in een geprofileerde bakstenen omlijsting met hardstenen, geprofileerde tussendorpel. Boogveld met driepasmotief en opschrift: BEATI MORTUI/ QUI IN DOMINO MORIUNTUR.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 2005: Grafkapel van de familie Michiels van Kessenich [online], https://id.erfgoed.net/teksten/86079 (geraadpleegd op ).
De grafkapel van de familie Michiels werd in 1899 gebouwd op de genivelleerde resten van de burcht van Kessenich.
Met de onthoofding van de laatste vrouwe van Kessenich te Parijs in 1794 komt een einde aan de eeuwenlange macht van heren van Kessenich. De nieuwe machthebbers, de rijke burgerij, neemt de plaats in van de oude adel. De goederen van de laatste vrouwe van Kessenich worden door de Franse staat aangeslagen en openbaar verkocht. Koper is Hendrik Joseph Michiels, advocaat uit Roermond. In 1822 wordt hij door Willem I in de adelstand verheven met de titel baron, hij droeg de titel van Kessenich. De familie Michiels verbleef in Roermond. Pas op het einde van de 19de eeuw vestigt ze zich op het kasteel van Borgitter. De laatste baron Michiels van Kessenich overlijdt in 1910.
De grafkapel werd in 1899 gebouwd op de genivelleerde resten van de burcht van Kessenich. Het is een vierkante kapel van één travee onder tentdak met kunstleien. De kapel werd gebouwd in baksteen op een bakstenen plint. Op elke hoek is een overhoekse steunbeer van drie versnijdingen met hardstenen afdekking aanwezig. Er is een baksteenfries onder de dakrand. In elke zijgevel zit een rondboogvenster in een geprofileerde bakstenen omlijsting met hardstenen afzaat, met een bakstenen waterlijst eronder. Rondboogportaal is gesitueerd in een geprofileerde bakstenen omlijsting met hardstenen, geprofileerde tussendorpel. Het boogveld heeft een driepasmotief en opschrift "BEATI MORTUI/QUI IN DOMINO MORIUNTUR".
Het mobilair bestaat uit een neogotisch Onze-Lieve.-Vrouwebeeld onder baldakijn in gepolychromeerd hout (eind 19de eeuw) en grafstenen van de familie Michiels van Kessenich.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DL002360, Kessenich burchtsite en kerk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2004: Grafkapel van de familie Michiels van Kessenich [online], https://id.erfgoed.net/teksten/153040 (geraadpleegd op ).