Teksten van Lemmensmolen met molenaarswoning

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86093

Lemmensmolen ()

De Lemmensmolen, gebouwd in 1856, is een korenmolen met eertijds een oliemolen, van het type bovenkruier, stenen bergmolen (beltmolen), met aan de straatzijde de molenaarswoning.

De Lemmensmolen werd gebouwd door de familie Frans Verbeek (1826-1882) - Gertrudis Coenen op het "Kinroyder Veld". Een bewaarde hardstenen sluitsteen met opschrift "F. Verbeek/G. Coenen/1856" boven de invaart herinnert hieraan. De familie Verbeek bezat toen meerdere molens in Limburg. Op een kadasterplan van 1859 verschijnt de molenaarswoning aan de straat. De molen werd in 1919 eigendom van Jan Lemmens-Truyen, kleinzoon van de vorige eigenaar, en werd sindsdien aangeduid als de ´Lemmensmolen’.

In de eerste helft van de 20ste eeuw gebeurden verschillende herstellingen en aanpassingen: in 1903 werd de molen uitgerust met Engels kruiwerk, in 1907 werd een benzinemotor geplaatst, in 1920 werd de in de belt ondergebrachte olieslagmolen uitgebroken, in 1929 werd het wiekenkruis vervangen (ijzeren roeden) en een gietijzeren molenas geplaatst (vermoedelijk van de firma L.I. Enthoven, NL), in 1934 werd het wieksysteem verdekkerd, in 1938 werd de benzinemotor vervangen door een dieselmotor, in de jaren 1950 werd de verdekkering vervangen door Van Bussel stroomlijnwieken, kreeg de molen een nieuwe staart, afkomstig van een molen in Thorn (NL), en werden kap en binnenwerk hersteld. Vanaf 1964 werd er mechanisch gemalen (hamermolen aangedreven door dieselmotor). Dankzij de inzet van een buurtschap volgde in 1979 een grondige instandhoudingsbeurt om de molen van een dreigende sloop te vrijwaren met herstellingen (onder meer roeden) en vervangingen (onder meer lage spruit, hekwerk wieken). In 1989 onderging de Lemmensmolen een grondige restauratie en kreeg nieuwe geklinknagelde Potroeden (naar oud model vervaardigd door de Scheepswerf in Weert, NL), een nieuwe molenkap en gedeeltelijk nieuwe balken en zolders. De molen draait niet meer sinds 2010. De windvang wordt op het oosten sterk belemmerd door hoge populieren. In 2019-2020 startte de gefaseerde restauratie: het gelijkvloers van de molen (belt), samen met de aanpalende vroegere werkplaats, alsook de molenaarswoning, werden gerestaureerd en gerenoveerd naar ontwerp van architectenbureau Architectuur Depot (Maasmechelen). De werkzaamheden aan de molenbelt en aanpalende werkplaats gebeuren met het oog op een horeca-uitbating.

Het is een conische bakstenen bovenkruier, type bergmolen, met kap (bedekking van asfalt), voorzien van een houten voorkeuveleinde met baard, waarop “Lemmensmolen” staat geschilderd, en dito achterkeuveleinde. Het wiekenkruis bestaat uit geklinknagelde Potroeden (1989) met Van Bussel stroomlijnwieken. De met gras begroeide belt met ijzeren belttrap is gedeeltelijk afgegraven en geïntegreerd in het aanpalende volume. De bakstenen romp heeft een overhoekse muizentandfries en steigergaten onder de kap. De molen is toegankelijk via een invaart (doorgang) op de begane grond en via twee deuren op de molenbelt (maalzolder). De poorten, deuren en vensters zijn rondboogvormig en hebben houten schrijnwerk. De vensters zijn op een verticale lijn geplaatst. De rondboogvormige invaart (doorgang) heeft bakstenen keermuren. In de aanpalende, thans gerenoveerde werkplaats bevindt zich een tweede (smallere) ingang naar de molen. De molen heeft Engels kruiwerk met staart (spruiten, schoren, staartbalk), kruilier en kruipalen.

De molen is een driezolder (maalzolder-steenzolder en luizolder) met planken vloeren op een houten roostering en houten steektrappen. De binnenmuren zijn bepleisterd of witgeschilderd. Het draaiend werk (maalinrichting) is grotendeels bewaard. De molenas is volledig van gietijzer. Van de installatie van de olieslagmolen bleef niets bewaard, buiten de stenen die vandaag nog onder de betonnen vloer van de belt zouden liggen. Op de steenzolder bevindt zich één koppel maalstenen en een haverpletter. Van de mechanische installatie waarbij een hamermolen werd aangedreven door een dieselmotor, bleven slechts restanten bewaard zoals o.m. delen van de hamermolen, verschillende silo’s, transportleidingen, en een later toegevoegde elevator. Het gelijkvloers (belt) is recent gerestaureerd.

Links van de woning en van de oprit naar de molen, bevindt zich de vroegere werk- en opslagplaats, een haaks op de straat opgetrokken bakstenen volume onder zadeldak, gebouwd circa 1969 op de plaats van een ouder volume (circa 1874), met achteraan latere uitbreidingen. De bouw van deze werkplaats, aan de achterzijde verbonden met de molen, heeft zijn impact gehad op de belt die hiervoor gedeeltelijk afgegraven werd. Het hierdoor zichtbaar geworden deel van de molenromp met smalle rondbogige ingang, is in de werkplaats geïntegreerd. De werkplaats is recent sterk gerenoveerd.

De molenaarswoning aan de straat, gebouwd in dezelfde periode als de molen, is een verankerd bakstenen breedhuis van het dubbelhuistype, telt vijf traveeën en één bouwlaag onder een geknikt zadeldak (kunstleien) met drie dakkapellen. Het oorspronkelijke zadeldak werd aangepast in 1922, zie de in de zijgevels bewaarde bouwnaden. De rechthoekige vensters, vroeger beluikt, hebben een hardstenen latei en lekdrempel, de rechthoekige deur een hardstenen omlijsting met neuten. De woning werd achteraan meermaals uitgebreid. Recent werd de woning gerenoveerd. Achter de woning staat een notelaar.

  • Architectuur Depot 2018: Lemmensmolen-Kinrooi, onuitgegeven nota.
  • VAN DOORSLAER B. 1996: Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg, Borgloon, p. 19.
  • SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19N1, Brussel - Turnhout.

Auteurs:  Schlusmans, Frieda; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. & De Sadeleer S. 2020: Lemmensmolen met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/360798 (geraadpleegd op ).


Lemmensmolen ()

Bakstenen windmolen, gebouwd in 1856 door F. Verbeek en G. Coenen als graan- en oliemolen. De naam Lemmensmolen is afkomstig van de gelijknamige familie, vanaf 1919 eigenaar van de molen. Tot 1964 werd met windkracht gemalen, daarna werd overgeschakeld op een mazoutmotor. Gerestaureerd in 1989. De molen is maalvaardig.

Het is een conische bergmolen met houten kap, gebouwd op een aarden terp. De kap draagt het opschrift: LEMMENSMOLEN. De romp telt drie bouwlagen; overhoekse muizentandfries onder de kap. De voorzijde is naar de straat gericht: rondboogvensters en een rondboogpoort met hardstenen sluitsteen, waarop het opschrift: F. VERBEEK/ G. COENEN/ 1856.

Het molenaarshuis, uit dezelfde periode, ligt aan de straat. Breedhuis van het dubbelhuistype, vijf traveeën en één bouwlaag onder geknikt zadeldak; dit dak is een late aanpassing van het oorspronkelijke zadeldak, waarvan de bouwnaden in de zijgevels bewaard bleven. Rechthoekige vensters met hardstenen latei en lekdrempel, voorheen beluikt. Rechthoekige deur in een hardstenen omlijsting op neuten.

Recente dienstgebouwen rechts en achteraan het erf.

  • S.N. 1981: Ken je gemeente... Kinrooi, (Kinrooi), 16.
  • VAN DOORSLAER B. 1996: Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg, Borgloon, 19.

Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 2005: Lemmensmolen met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/86093 (geraadpleegd op ).