Eerste vermelding als Den Gapert in 1727. Burgerhuis in vroege Maasstijl, vier traveeën en twee bouwlagen met overkragende bovenverdieping, onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit het eerste kwart van de 17de eeuw. Restauratie door E. Martens (Maaseik) in 1985.
Bakstenen lijstgevel op lage kalkstenen plint. Geprofileerde mergelstenen kroonlijst op gesculpteerde, ojiefvormige consoles, waartussen een fries van rozetten en medaillons. Smeedijzeren muurankers met krullen. De overkragende bovenverd. wordt gedragen door vier kalkstenen korfbogen op ojiefvormige consoles. De acht mergelstenen gevelstenen boven elk venster, met voorstelling van gapende hoofden, waaraan het gebouw zijn naam ontleende, werden weggekapt toen de vensters in de benedenverdieping in het begin van vorige eeuw werden vergroot met hergebruik van het oorspronkelijk materiaal. Zij werden bij de restauratie gereconstrueerd. Register van gekoppelde kruiskozijnen in kalkstenen omlijsting op de bovenverdieping; luiken en glas in lood zijn een reconstructie; erboven een smalle, mergelstenen meanderfries. De benedenvensters zijn reconstructies van de oorspronkelijke kruiskozijnen. Rechthoekige deur in een kalkstenen omlijsting, en oorspronkelijk tweeledig bovenlicht in kalkstenen omlijsting. Linkerzijgevel met aandak.
In de Atlas van de Buurtwegen zien we de klassieke stadswoning-indeling: het voorhuis aan straatzijde, het achterhuis achter aan een binnenplaats, door een galerij aan de westzijde met elkaar verbonden. Aan de zijde van de Schillingstraat bevond zich een bij dit huis horend dienstgebouw.
- BOONEN, M., Huisnamen te Maaseik, s.d., p. 45.
- DANIELS G. & SANGERS W., Maaseik. Architectuur en Historie, Maaseik, 1974.
- GESSLER K., Het huis "De Gapers" te Maaseik, (Limburg, 5, 1923-24, p. 178-179).