Deze burgerwoning wordt gekenmerkt door een eclectische voorgevelordonnantie uit de 19de eeuw en een achtergevelordonnantie uit de 17de eeuw.

Historiek

De eclectische stijl van de woning dateert uit het laatste kwart van de 19de eeuw, maar het huis heeft een oudere kern uit de tweede helft van de 17de eeuw.

Het huis was oorspronkelijk voorzien van een achterhuis dat volgens de Atlas van de Buurtwegen (1845) door een galerij aan de oostzijde van de binnenplaats met het huis verbonden was.

Beschrijving

Het betreft een breedhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder een leien zadeldak met rondbogig dakvenster. Het bakstenen gebouw heeft een natuurstenen parement. De kroonlijst bestaat uit hout en wordt ondersteund door klossen. De bovenverdiepingen worden gekenmerkt door rechthoekige vensters met doorlopende hardstenen lateien en lekdrempels die aldus een kordon vormen. De benedenverdieping is als winkelpui voorzien van een hardstenen parement met schijnvoegen en wordt verder gekenmerkt door rondboogvensters en een rondboogdeur waarvan de bovenlichten onderverdeeld zijn door roeden.

In de achtergevel bleef de oude kern behouden. Het gaat om een bak- en kalkstenen krulgevel, voorzien van voormalige, kalkstenen kruiskozijnen op de tweede bouwlaag en kalkstenen rondboogvensters op de derde bouwlaag. Laatstgenoemden vervangen de oorspronkelijke, kalkstenen bolkozijnen met kalkstenen omlijsting en negblokken. Verder wordt de achtergevel gekenmerkt door smeedijzeren muurankers met krullen. Tegen de benedenverdieping werd een recentere constructie aangebouwd.