Oorspronkelijk een tweeledige hoeve met oude vestiging, reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) als een tweeledige hoeve onder de benaming Cense Wesken; in de Atlas van de Buurtwegen (1845) wordt als plaatsbepaling Scharvelden vermeld.
De hoeve werd waarschijnlijk door de Duitse Orde gebouwd in 1739 en bleef eigendom van de commanderij tot de Franse bezetting, toen ze in 1801 verkocht werd aan Guillaume Daems uit Maastricht; de weduwe F. Wiets uit Maastricht was in 1845 eigenares.
Van de tweeledige hoeve bleef alleen de noordoostvleugel bewaard; deze omvatte oorspronkelijk stal-dwarsschuur-woonhuis; in het vierde kwart van de 19de eeuw richt de toenmalige eigenaar Gielen zich een jachthuis in in het noordwestgedeelte. Bakstenen gebouw, met oudste kern in het woonhuis, opklimmend tot 1739, zoals aangeduid op een mergelstenen gevelsteen: COMENDATOR COMES/ TRUCHESS DE WOLFFEGG/ I CONTSTRUXIT/ ANNO DNI 1739. Eén bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen) en smeedijzeren muurankers met krullen. Gewijzigde muuropeningen, behalve de houten kozijnen op de zolderverdieping. Twee rondboogpoorten.
Het jachthuis van de familie Gielen is voorzien van getoogde muuropeningen in de noordwestgevel. Zijgevels met aandak en vlechtingen.
- GESSLER K., Terechtwijzigingen en aanvullingen, (Limburg, 19, 1937-38, p. 168-176).
- PAQUAY J., De hoeven der kerkelijke instellingen in Limburg, (Verzamelde Opstellen, 4, 1928, p. 139).