Hoeve " 't Klaverhof", recente naam die verwijst naar een jaarsteen met klavermotief. Historische hoeve met laat 18de-eeuws en 19de-eeuws gebouwenbestand, oorspronkelijk in leen gehouden van de heerlijkheid Houfstraete.
Ten oosten van de hoeve loopt de Kasselrijbeek, voorheen Vichtebeek genaamd, die de grens vormt met Waregem en Vichte (Anzegem).

Site vermoedelijk ontstaan met de ontginning van het Feretwoud in de loop van de 13de eeuw. De noordoosthoek of het gebied Keelis werd in leen gegeven aan de familie van Gheest, zij verkavelden dit deel en vestigden er verschillende kleine hoeves onder meer het thans verdwenen "Goed te Keelis" en "'t Klaverhof". In de 16de eeuw komt de hoeve door erfenis in handen van Michiel Pauwels, zijn zonen bouwen de hoeve uit tot een van de belangrijkste van Deerlijk. In de 16de eeuw bezit de hofstede een boerenhuis, arbeidershuisjes, een schuur, een koestal, twee paardenstallen, een poortgebouw, een wagenhuis, een ovenbuur, een duivenil en een rosmolen.
Tijdens de godsdienstoorlogen (tweede helft 16de eeuw) wordt de hoeve verkocht en wordt het een pachtgoed. In de 18de eeuw komt de hoeve in handen van Christian Alexander Joseph de la Croix. Hij kocht tevens twee andere hofstedes aan, onder andere het tegenover gelegen "Goed te Kelis", en verenigde ze tot een groot pachtgoed.

Op de Atlas der Buurtwegen (1849) vermeld als "Ferme Vanpouke", met hoevegebouwen binnen trapeziumvormige omwalling aansluitend op de Vichtebeek (nu Kasselrijkbeek). Ten zuiden en zuidwesten van het erf resten van de omwalling gemarkeerd door wilgen.

Volgens de kadastrale gegevens wordt een deel van de hoeve, de zuidelijke vermoedelijke stalvleugel, afgebroken en heropgebouwd.
Volgens het kadaster worden de schuur en het wagenhuis opgetrokken in 1940, maar vermoedelijk gebeurde dit reeds vroeger. In het zuidoosten wordt een loods toegevoegd.

Heden, losse bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken gegroepeerd rondom erf.

Ten noorden boerenhuis verbouwd in 1941 zie arduinen jaarsteen maar met oudere 18de-eeuwse kern. Parement van gediversifieerde baksteen onder pannen zadeldak met dakruiter op de hoek. Hoektraveeën gemarkeerd door twee ongelijke puntgevels met vlechtingen. Vooruitspringend portaaltje onder zadeldak. Geprofileerd rondboogportaal. Rechthoekige muuropeningen. Behouden achtergevel met dwarse uitbouw. Onder meer getoogde vensters met diefijzers. Linker zijpuntgevel met vlechtingen gemarkeerd door steunbeer.

Nutsgebouwen vermoedelijk daterend uit de 19de eeuw. Ten oosten dubbele dwarsschuur geritmeerd door asemgaten. Links geïncorporeerde aardappelkelder. Centraal Christus aan het kruis. Achtergevel uitgebreid met nieuwbouw die verbinding vormt met tweeledig wagenhuis onder pannen schilddak.

Ten zuidwesten, tegenover het wagenhuis vervallen ovenbuur vermoedelijk reeds weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1835).
Ten zuiden en westen, twee stalvleugels met gekasseide stoep.

Zuidelijke stalvleugel van anderhalve bouwlaag gebouwd circa 1885 en overwelfd door bakstenen troggwelfjes tussen ijzeren I-balken. Centrale koestal met natuurstenen (noir de Basècle) slieten.

Links voederkot met bewaarde bakstenen schouwmantel en sporen van gemotoriseerde bietenmolen. Rechts kleiner stalgedeelte, heden verbouwd tot paardenstal. Door de stal loopt een spoor vermoedelijk voor het ronddelen van voeder. Graanzolder met vloer van gebakken tegels. Houten (naaldhout) krukgebinte.

Westelijke stalvleugel vermoedelijk daterend van na 1747. In oorsprong koestal, paardenstallen en toegangspoort tot het erf. In de late 19de eeuw werden de dakoversteken aangebracht. Circa 1964 werd de poortdoorgang deels toegemetseld en voorzien van een kleine poort. Licht geknikt zadeldak doorbroken door klimmende dakvensters.
Zijpuntgevel met vlechtingen en muurkapelletje.