is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kapel Onze-Lieve-Vrouwe ter Ruste
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Kapel Onze-Lieve-Vrouwe ter Ruste
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kapel Onze-Lieve-Vrouwe ter Ruste
Deze vaststelling was geldig van tot
Kapel gelegen in de dorpskern van Deerlijk, ten zuidwesten van de parochiekerk Sint-Columba, op het kruispunt van wegen van de Braamakkerstraat en Kapel ter Rustestraat.
De kapel wordt gesticht in 1639 op grond van de heerlijkheid Ten Doorne, afhankelijk van het kapittel van Harelbeke. Volgens archiefmateriaal wordt de kapel opgericht door Jan du Bois, deken van het kapittel. De legende vermeldt echter de familie de Cassina als stichters van de kapel.
De legende. De kapel wordt gebouwd door Adrianus de Cassina, heer van Deerlijk. In "dringende nood" belooft hij het stichten van een kapel met de grootste boom uit zijn bos. Wanneer deze boom geveld wordt, wil hij die voor andere doeleinden gebruiken. Bij het vervoer komt de wagen ter hoogte van de wijk Asschendries, waar de kapel gebouwd moest worden, tot stilstand. De wagen kan niet meer vooruit. De heer komt ter plaatste en laat de boom in twee zagen om het gewicht te verminderen. Bij het zagen wordt een klein houten beeldje zichtbaar. Het beeldje herinnert de heer aan zijn belofte en met de boom wordt een kapel gebouwd.
Het echte verhaal zegt dat de weduwe van Jan du Bois in 1641 de beneficie sticht. Zij schenkt hiervoor de jaarlijkse rente, gehypothekeerd op twee boerderijtjes in Deerlijk. Op één der percelen staat de kapel van Onze-Lieve-Vrouw ter Ruste. De rechthebbende beneficant is in ruil hiervoor verplicht tot het opdragen van één mis per week, één mis op elke feestdag van Onze-Lieve-Vrouw en één mis op het feest van Sint-Jozef.
De oudste figuratieve weergave van de kapel dateert van 1747, in het landboek van Deerlijk. Tussen 1759 en 1773 wordt de kapel hersteld en voorzien van een nieuw interieur in opdracht van beneficant Petrus de Backer. Circa 1797 wordt de kapel als kerkelijk goed in beslag genomen en verkocht ten voordele van de Republiek. De kapel wordt gekocht door Joseph Eeckhout, landman in Deerlijk. Vermoedelijk treedt hij op als stroman en handelt hij in afwachting van betere tijden.
Als gevolg van het Concordaat, gesloten tussen de Paus en Napoleon op 15 augustus 1801, wordt de godsdienst in ere hersteld op 6 juni 1802. De ex-beneficant F.C. van der Helst koopt de kapel terug aan. Toch blijft de kapel gesloten. Na de dood van van der Helst ontstaat een twist tussen de erfgenamen van Joseph van Eeckhout en de armendis. Volgens de verkoopakte gaat de kapel na de dood van van der Helst terug naar de verkoper J. Eeckhout. Maar van der Elst draagt de kapel testamentair over aan de armendis. In 1809 wordt de twist uiteindelijk geregeld. Maar de kapel blijft ongebruikt.
Vanaf 1810 wordt nagegaan of de kapel voor een ander doeleinde gebruikt kan worden. In 1819 wordt de kapel naar plannen van de Brugse architect Vancaeneghem verbouwd tot spinschool.
Van 1822 tot 1848 wordt de voormalige kapel gebruikt als spinschool voor de kinderen van armen.
Vanaf oktober 1847 woedt tyfus te Deerlijk. In februari 1848 wordt beslist om de spinschool in te richten als tijdelijk hospitaal voor tyfusleiders. Daarna wordt de kapel ingericht als weefschool voor 'knechten'. In 1860 wordt de school te klein en wordt een nieuwe school gebouwd. De kapel wordt daarom als vrouwenweefschool in gebruik genomen.
In 1883 staat de kapel opnieuw leeg en wordt ze te koop gesteld. Koster Felix Loquet, handelend in naam van Pastoor Adolf De Bien, die de nodige fondsen bij zijn parochianen had ingezameld, koopt de kapel.
Op 25 maart 1884 wordt de kapel opnieuw opengesteld voor eredienst. Jan van Ruymbeke laat de kapel volledig herstellen. Het dak wordt volledig vernieuwd, het daktorentje wordt vervangen door een hoger en slanker, de vensters worden voorzien van neogotisch maaswerk en het interieur wordt volledig vernieuwd. Ook de recentere aanbouw wordt geïntegreerd in de kapel. Het oude beeldje wordt teruggeplaatst. Voor de herinwijding van de kapel dicht Guido Gezelle een Marialied.
In 1902 verkoopt pastoor De Bien de kapel aan Astère Vercruysse de Solart, wonende in het kasteel van Deerlijk. De Bien vreesde dat de kapel door de antiklerikale regering zou afgenomen en verbeurd verklaard worden. De senator wordt enkel slechts op papier eigenaar. De kapel wordt hersteld en verfraaid in opdracht van de senator. De binnenmuren worden beschilderd en in de oostgevel wordt een brandglas geplaatst met de legende van de kapel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is de kapel opnieuw een bloeiende bedevaartsplaats.
Na de dood van A. Vercruysse de Solart in 1921 komt de kapel in eigendom van de kerkfabriek van Sint-Columba. In 1965 wordt de kapel opnieuw hersteld en uitgebreid naar ontwerp van J. Verhelst (Deerlijk). Het dak wordt vernieuwd. De oorlogsschade aan de brandglasvensters wordt hersteld en het interieur wordt herschilderd. Een sacristie met bijhorend zaaltje wordt aangebouwd.
Georiënteerd eenbeukig bedehuis opgetrokken in 1639 zie jaarankers. Verankerde baksteenbouw onder leien zadeldak bekroond door dakruiter van 1884. Sokkel van Atrechtse zandsteen. Puntgevels met aandaken en vlechtingen. Boogvensters in geprofileerde omlijsting. Gekleurd glas in lood in ruitmotief. In de voor- en achtergevel, later (1884) toegevoegd neogotisch arduinen maaswerk. Rondboogportaal in geblokte arduinen omlijsting. Later toegevoegd cottage-achtig afdakje van 1884.
Ten noorden, uitbreiding van 1819-1820, voor de spinschool. Bakstenen volume van twee bouwlagen onder zadeldak. Zijpuntgevels met aandak en vlechtingen. Rechthoekige vensters onder arduinen latei en rechthoekige deur met trapje.
Bepleisterd en beschilderd interieur overwelfd door houten tongewelf. Het gewelf dateert van 1884. Tussen koor en schip rondboog met houten trekbalk met opschrift: "ZOEKT HAAR… WANT IN HAAR ZULT GIJ RUSTE VINDEN". Houten lambrisering. Ten noorden, tribune in de uitbreiding van 1819-1820. Koor: glas in lood van circa 1902 met de voorstelling van de legende.
Mobilair. Retabel: beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten doorboord door zeven zwaarden. Gepolychromeerd houten beeld van circa 1884.
Reliëfs: Zeven in de muur ingewerkte reliëfs van circa 1884, die de zeven smarten van Maria voorstellen. Gepolychromeerd hout.
Bron: DE GUNSCH A. met medewerking van MOEYKENS S. & CALLENS T. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Deerlijk, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL34, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Kapel ter Rustestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kapel Onze-Lieve-Vrouwe ter Ruste [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86341 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.